Chrysler-producent ontslaat 900 werknemers in Amerikaanse fabrieken wegens invoerheffingen; ook andere autobouwers nemen maatregelen

In dit artikel:

De invoerheffingen van 25% op buitenlandse auto’s in de Verenigde Staten hebben directe gevolgen voor de auto-industrie. Autofabrikant Stellantis, eigenaar van merken zoals Chrysler en Jeep, stopt tijdelijk de productie in fabrieken in Canada en Mexico, wat leidt tot het ontslag van negenhonderd werknemers in vijf onderdelenfabrieken in de VS, voornamelijk in Michigan en Indiana. De productiestop in Windsor en Toluca is een reactie op de verhoogde kosten door de nieuwe heffingen die sinds vorige week van kracht zijn.

De Amerikaanse markt, cruciaal voor Stellantis, vertoont al tekenen van terugloop door toenemende concurrentie. Analyses wijzen uit dat deze heffingen kunnen leiden tot een aanzienlijke daling van de autoverkopen en werkgelegenheid in diverse staten, met name die waar traditionele autofabrikanten actief zijn. Experts benadrukken dat moderne autoproductie wereldwijd met elkaar verbonden is, wat de impact van de heffingen vergroot.

Andere autofabrikanten, zoals Jaguar Land Rover, hebben ook hun export naar de VS stopgezet om de gevolgen van de tarifaire maatregelen te onderzoeken. Nissan overweegt bovendien om productie van Japan naar de VS te verplaatsen om de heffingen te omzeilen. De situatie blijft zich ontwikkelen, terwijl de industrie de langetermijneffecten van deze handelsmaatregelen evalueert.