NU+ | Christenen worstelen in Syrië: 'Predik vrede, maar ben doelwit van geweld'
In dit artikel:
Op 22 juni 2025 werd een kerkdienst in de Grieks-orthodoxe Mar Elias-kerk in Damascus abrupt verstoord door geweervuur en een zware aanslag. Priester Boutros Bashara meldt dat 22 mensen omkwamen en tientallen raakten gewond; hijzelf ontsnapte ternauwernood. De schok heeft bij veel christenen de diepgewortelde vrees voor hun toekomst in Syrië nieuw leven ingeblazen, met herinneringen aan de massale uittocht van Iraakse christenen na de val van Saddam Hussein en de daaropvolgende jihadistische aanvallen.
De aanslag viel in een periode van optimisme bij delen van de bevolking, kort nadat dictator Bashar al-Assad het land had verlaten en Ahmed Al Sharaa — een voormalige leider van het Nusrafront die eerder de banden met Al Qaida verbrak — het presidentschap kreeg. Zijn toetreding werd voorafgegaan door een intocht van strijders die hem naar het presidentieel paleis begeleidden. Die mix van voormalige jihadisten in machtsposities en losse buitenlandse strijders voedt onzekerheid: regeringstroepen wezen aanvankelijk IS aan als dader, terwijl een andere radicale groepering, Ansar Al Sunna, de aanslag opeiste. Priester Bashara zegt te geloven in de goede bedoelingen van de nieuwe president, maar waarschuwt dat binnen de nieuwe machtsstructuur uiteenlopende, soms strengere stromingen actief zijn en dat de controle op radicale elementen beperkt lijkt.
Het bergdorp Maloula, zo’n 50 kilometer van Damascus en een van de weinige plekken waar nog Aramees wordt gesproken, fungeeert als tegenhanger van die angst. Het dorp — dat tijdens de burgeroorlog in 2013 kort door Nusra werd bezet — toont zich nu rustig, met politiepatrouilles, herstelde kloosters en terugkerende toeristen. Lokale christenen zien Maloula als een symbool waarmee de overheid wil aantonen dat minderheden beschermd worden. Toeristen, waaronder Syrische scholieren en enkele buitenlanders, worden door bewoners opgevat als een teken van hoop.
Tegelijkertijd zijn niet alleen christenen de dupe geweest: ook alawieten, druzen en Koerden werden het afgelopen jaar slachtoffer van geweld. In Damascus wordt de getroffen kerk hersteld; kerkdiensten worden voorlopig in een ondergrondse zaal gehouden. Bashara benadrukt dat het geloof ongeschokt blijft en noemt het dopen van 22 kinderen recent als symbolische reactie op het bloedbad. Maar de realiteit is somber: veel kerkleden zijn al vertrokken, deels door veiligheidsoverwegingen, deels door economische malaise en ontslagen sinds de machtswisseling. De priester zelf sluit emigratie niet uit. De aanslag en de onzekere politieke samenstelling van het nieuwe regime laten zien dat het vertrek van Assad weliswaar ruimte heeft gegeven aan verandering, maar ook nieuwe risico’s en verdeeldheid voor minderheden heeft opgeleverd.