China is voor ons klimaat het probleem én de oplossing: hoe zit dat?

donderdag, 20 november 2025 (05:35) - VRT Nieuws

In dit artikel:

Terwijl wereldleiders deze week in Belém bijeen zijn voor COP30, staat China centraal: het land is tegelijk de grootste uitstoter van CO2 en de belangrijkste fabriek van de wereldwijde groene transitie. Nu de VS afstand neemt van het klimaatakkoord, rust veel van de hoop — en de verantwoordelijkheid — op Peking.

Wat China doet en waarom het ertoe doet
China is goed voor ongeveer 12 miljard ton CO2 per jaar — ruwweg evenveel als de VS, India, Europa en Japan samen — maar produceert ook het leeuwendeel van de cruciale cleantech: ongeveer 80% van de zonnepanelen wereldwijd, driekwart van de batterijen en veel windturbines. Het land installeerde inmiddels zo'n 887 gigawatt aan zonnecapaciteit en voegt jaarlijks honderden gigawatt toe; die schaal heeft zonnepanelen dramatisch goedkoper gemaakt (een prijsdaling van circa 95% in twintig jaar) en maakt de energietransitie betaalbaar voor ontwikkelingslanden.

Binnenlandse motieven
De drijfveer is niet louter klimaatidealistisch maar strategisch: China wil minder afhankelijk worden van ingevoerde olie (het produceert maar een kwart van wat het verbruikt). Elektrificatie van economie en vervoer vermindert die kwetsbaarheid. Inmiddels draait naar schatting 30% van de Chinese economie op elektriciteit (tegen circa 20% in het Westen), waardoor elke vergroening van de stroommix extra effect heeft.

Tegelijkertijd dubbel verhaal: vooruitgang én afhankelijkheid
Peking behaalde zijn eigen 2030-doelen voor hernieuwbare energie jaren eerder dan gepland, en groene technologie levert een flinke bijdrage aan de economische groei. Chinese panelen en batterijen vinden hun weg naar daken en grids van Pakistan tot Nigeria en maken elektrische mobiliteit betaalbaar in landen als Nepal en Ethiopië. Daarmee groeit China's invloed niet via troepen, maar via infrastructuur en technologie.

Maar diezelfde schaal brengt problemen. China bouwt nog steeds veel kolencentrales en opent naar schatting twee kolenmijnen per week; dit jaar kwam er alleen al circa 100 GW aan nieuwe kolencapaciteit bij. De angst voor stroomuitval — versterkt door incidenten in 2021 — zorgt ervoor dat lokale overheden vaak kiezen voor extra kolen als verzekering tegen uitval. Ook is er overcapaciteit in de zonne-industrie: fabrieken kunnen ongeveer 1.200 GW produceren terwijl de wereldinstallaties rond de 680 GW liggen, wat leidt tot faillissementen en consolidatie.

Technische knelpunten zijn groot: het net kan de snelle groei van zon en wind niet altijd verwerken; vorig jaar ging wereldwijd 5,7% van de zonne-energie verloren aan curtailment, in sommige westelijke provincies tot 30%. Er lopen grootschalige investeringen om het netwerk uit te breiden, maar dat vergt tijd en geld.

Emissies: piek al bereikt?
De emissies zijn de laatste anderhalf jaar stabiel tot licht dalend, ondanks groei — wat suggereert dat de piek mogelijk al voorbij is, eerder dan de ooit beloofde 2030-piek. Nieuwe doelen tot 2035 die Peking voorstelt zijn echter relatief terughoudend (ongeveer 7–10% reductie vanaf een niet exact gespecificeerd peikniveau), wat sommigen in Belém teleurstelt. Historisch gezien heeft China de neiging onder te beloven en vervolgens ambitieuzer te presteren, maar economische zekerheden blijven zwaar wegen.

Geopolitieke en praktische gevolgen
Zonder Chinese massaproductie zouden zonnepanelen veel duurder zijn en wereldwijd minder snel uitleverbaar. Dat maakt de groene technologie van China onmisbaar voor het behalen van klimaatdoelen — maar het schept ook afhankelijkheid van een klein aantal Chinese producenten. Voor landen in Afrika en Azië is de keuze vaak praktisch: goedkope Chinese panelen leveren elektriciteit en economische ontwikkeling, ook als dat politieke invloed versterkt.

Kruispunt
China staat voor een fundamentele keuze: doorgaan met kolen voor economische zekerheid of resoluut inzetten op groen, met alle risico's en geopolitieke consequenties van dien. Voor de rest van de wereld is de harde les duidelijk: Peking levert zowel het grootste obstakel als de grootste kans in de strijd tegen klimaatverandering. Zonder China's industriële vermogen en goedkope technologie wordt een klimaatneutrale wereld in 2050 vrijwel onmogelijk.