CBS: gebruik bestrijdingsmiddelen in landbouw met een vijfde afgenomen
In dit artikel:
Nederlandse boeren hebben tussen 2020 en 2024 ongeveer een vijfde minder bestrijdingsmiddelen gebruikt, meldt het CBS op basis van een vierjaarlijkse enquête onder landbouwbedrijven. Het gemiddelde gebruik daalde van circa 7,1 kg per hectare in 2020 naar 5,6 kg per hectare in 2024; in totaal werd in 2024 ongeveer 3,9 miljoen kilo toegepast. Het grootste deel daarvan (ongeveer 1,7 miljoen kilo) was gericht tegen schimmels en bacteriën.
De daling past in een langere trend, maar het CBS waarschuwt dat het weer een belangrijke rol speelt bij de cijfers. 2024 was een zeer nat jaar, waardoor middelen sneller afspoelen en kans op schimmelziekten—zoals aardappelziekte—groeit. Aardappeltelers gebruikten daardoor juist meer bestrijdingsmiddelen dan in 2020 (445.000 kg versus 320.000 kg). Per hectare werden de meeste middelen gebruikt bij de teelt van rozen onder glas.
In de lelieteelt is de reductie opvallend groot: van 601.000 kg in 2020 naar 273.000 kg in 2024. Lelies staan al langer in de schijnwerpers vanwege zorgen over gezondheidsproblemen bij omwonenden door pesticiden, waardoor gemeenten en belangenpartijen aandringen op duidelijkere regels en spuitvrije zones. Vooralsnog bestaan er vooral onofficiële richtlijnen.
De gebruikte middelen moeten zijn getest en goedgekeurd door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), dat toetst op veiligheid voor de volksgezondheid. Toch worden bestrijdingsmiddelen wel in verband gebracht met ziektes als Parkinson, Alzheimer en ALS; sluitend wetenschappelijk bewijs ontbreekt nog.
Kort samengevat: het totale gebruik van bestrijdingsmiddelen in Nederland daalt, maar regionale gewassen en weersomstandigheden zorgen voor flinke variatie per sector. De combinatie van publieke bezorgdheid, lokale bestuursacties en regulering vormt de achtergrond van veranderingen in de lelieteelt en het bredere debat over veilig en duurzaam gewasbeschermingsbeleid.