CBS: 8 procent corporatiewoningen naar statushouders
In dit artikel:
In 2023 ging van de 161.000 door woningcorporaties vrijgekomen sociale huurwoningen ongeveer 12.729 (bijna 8%) naar huishoudens met een verblijfsvergunning (statushouders), meldt het CBS. Dat is circa één procentpunt meer dan in 2022, toen ongeveer 7% van de vrijvallende corporatiewoningen naar statushouders ging; in voorgaande jaren schommelde het aandeel tussen de 4 en 7%. Van de statushouders die een sociale huurwoning kregen, had bijna de helft al langer dan een jaar een verblijfsvergunning. Aedes, de brancheorganisatie van corporaties, schat dat in 2024 rond de 10% van de vrijkomende sociale huurwoningen naar statushouders is gegaan.
Regionaal bestaan grote verschillen: in Alkmaar en omgeving was het aandeel met circa 13% het hoogst, in Delfzijl en omgeving met ongeveer 2% het laagst. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het bieden van passende eerste woonruimte aan statushouders; het aantal dat een gemeente moet huisvesten hangt samen met haar grootte en de verdeling valt onder lokaal beleid en prioriteringsregels.
De toewijzing van sociale huurwoningen was een heet thema tijdens de laatste verkiezingscampagne. Het demissionaire kabinet wil de voorrang voor statushouders afschaffen; minister Keijzer noemt die regeling onrechtvaardig tegenover mensen die al lang op wachtlijsten staan. Ondanks een kritisch advies van de Raad van State wil het kabinet doorgaan met het verbod op voorrang.