Canada hunkert al 32 jaar naar Stanley Cup, zeker nu spanningen met VS oplopen

In dit artikel:

Canada verlangt al 32 jaar naar de Stanley Cup, de hoofdprijs van de National Hockey League (NHL), die sinds 1993 niet meer in Canadese handen is geweest. Destijds wonnen de Montreal Canadiens voor het laatst, waarna Amerikaanse clubs de prijzen opeisten, iets wat in het ijshockeygekke Canada hard aankomt. Met bijna een half miljoen geregistreerde spelers is ijshockey daar de grootste sport, zoals oud-speler Jack de Heer uitlegt. Hij woont inmiddels dicht bij Calgary en volgt de strijd op de voet.

Dit seizoen kan Edmonton Oilers, die vorig jaar nipt verloren van Florida Panthers in de finale, de Canadese droogte mogelijk doorbreken. Na vier wedstrijden in de finale staat het 2-2 tussen deze twee teams, die ook bovenmatig Canadezen in hun selectie hebben. Verdediger Mike Dalhuisen van Tilburg Trappers benadrukt dat hoewel er veel Canadezen in Amerikaanse teams spelen, de hoop op een Canadees kampioenschap groot blijft, ondanks dat de overmacht van Amerikaanse clubs statistisch gezien tegen Canada spreekt.

Dalhuisen en De Heer schetsen de grote culturele betekenis van ijshockey in Canada, waar het in het DNA zit en waar vrijwel elk dorp een eigen ijsbaan heeft. Dit staat in schril contrast met Nederland, waar de sport nog kleinschaliger en afhankelijker is van middelen van ouders. De Canadese trots is groot, maar de opkomst van sterke ijshockeylanden zoals Finland, Zweden, Tsjechië en zelfs Denemarken – dat Canada onlangs uitschakelde op het WK – toont de mondiale ontwikkeling van de sport.

Naast sportieve rivaliteit speelt ook de geopolitieke spanning tussen Canada en de Verenigde Staten een rol, met verwijzingen naar handelsconflicten en incidenten tijdens eerdere Canada-Amerika-wedstrijden waar het er hard aan toe ging. De Heer hoopt dat een overwinning van Edmonton niet alleen het lange wachten beëindigt, maar ook een symbolische overwinning betekent in deze rivaliteit.