Buitenstaanders erbij halen: voor Europa een kwestie van overleven
In dit artikel:
Elinor Ostrom — winnares van de Nobelprijs voor de economie in 2009 — toonde hoe dorpen gezamenlijke regels bedenken om gedeelde hulpbronnen te beschermen. Die gedachte gebruiken Erik Jones en Veronica Anghel (European University Institute) in hun nieuwe boek From Club to Commons om de EU te analyseren. Zij vergelijken Europese landen met kleine gemeenschappen die voorzieningen delen: de interne markt, de euro, de financiële ruimte en nu ook defensie.
In plaats van een statische, exclusieve club is de EU volgens hen een dynamische, inclusieve gemeenschap. Buitenstaanders (zoals het VK, Noorwegen, Oekraïne, maar ook bedrijven en studenten) participeren in verschillende mate op de interne markt en in veiligheidsvraagstukken. Die openheid vergroot enerzijds de waarde van de gezamenlijke goederen maar maakt die anderzijds kwetsbaarder: financiële markten dreigden tien jaar geleden de euro te ondermijnen; tijdens de coronapandemie werden grenzen en nationale steunmaatregelen ingevoerd waardoor de interne markt op het spel stond. Zulke crisissen dwongen lidstaten tot verdere, soms ongewilde integratie — gezamenlijke vaccininkoop en het lenen van geld werden acceptabel waar het eerder taboe was.
Tegelijk lopen hervormingen traag en met horten en stoten (denk aan de moeizame bankenunie), wat interne spanningen en exploitatie door buitenstaanders mogelijk maakt. Daarom combineert de EU twee strategieën: verdiepen van samenwerking door hervormingen en het coöperatief inschakelen van niet-leden om kwetsbaarheden te verkleinen. Voorbeelden zijn het hervormen van de begroting, werken aan Europese defensie en instrumenten tegen economische dwang. Ook nieuwe vormen van nauwere samenwerking of proeflidmaatschappen worden onderzocht om te voorkomen dat rechtsstaten of gemeenschappelijke regels worden uitgehold (Hongarije als waarschuwend voorbeeld).
Kortom: Europa breidt uit én wordt intenser verbonden om een "tragedie van de commons" te vermijden en de gedeelde voorzieningen te behouden.