Buitenbocht | Olympische kwalificatie is duidelijk, op duizend uitzonderingen na
In dit artikel:
Daan de Ridder beschrijft in Buitenbocht hoe ingewikkeld de olympische kwalificatieregels voor het Nederlandse langebaanschaatsen zijn. Hij woonde een toelichting bij van Remy de Wit, technisch directeur van de KNSB, in Utrecht. De Wit liet zien dat de selectieprocedure bestaat uit een wirwar van gekoppelde wedstrijden en scenario’s — een pijlenschema en een datamodel ondersteund door een IT-bedrijf en wetenschappers — waarin duizenden simulaties per afstand worden gedraaid om een rangorde op te stellen.
Het kernprobleem is simpel: Nederland heeft meer topschaatsers dan plekken op de Winterspelen. Maximaal kunnen achttien Nederlandse langebaanschaatsers naar Milaan (negen vrouwen, negen mannen). Een rechttoe-rechtaan kwalificatietoernooi zou helder zijn, maar in de praktijk is zo’n aanpak onhaalbaar door belangen van ploegen, wereldranglijsten en uitzonderlijke omstandigheden. De KNSB houdt daarom rekening met talloze situaties — ziekte, valpartij of plotselinge vormdip van favorieten — en beoordeelt sommige gevallen “per geval” (De Wit: "Dat zullen we per geval bekijken").
Een altijd prikkelpunt zijn de aanwijsplaatsen: de bond mag maximaal drie vrouwen en drie mannen aanwijzen die zich niet via het kwalificatietoernooi hebben geplaatst. Die discretionaire plekken veroorzaakten in 2022 discussie en onvrede: Sven Kramer en Marcel Bosker kregen toen een baan naar Peking, terwijl Dai Dai N'tab en Tijmen Snel misgrepen. De voorwaarden voor aanwijzingen zijn bewust ruim geformuleerd; De Wit zegt liever niemand te hoeven aanwijzen, maar sluit niet uit dat de selectiecommissie zelfs vóór het OKT iemand voor Milaan kan benoemen ("Ik zeg daar nu geen nee op").
De sfeer in de zaal werd samengevat met een kwinkslag: de procedure is glashelder — op duizend mogelijke uitzonderingen na. De Ridder benadrukt dat dit alles verklaart waarom het voordragen van een eenduidige, door alle partijen gedragen oplossing zo moeilijk is.
Cijfer van de week: 34,74. Als voorproefje op de sport vormt die tijd uit Salt Lake City reden tot opkijken: Jordan Stolz verloor verrassend de eerste 500 m van de Amerikaanse kampioenschappen (tijdens de eerste 500 m was hij 0,30 s langzamer dan Cooper McLeod), al won hij wel de 1.000 en 1.500 m. Voorseizoenstijden zijn niet doorslaggevend voor de Spelen, maar ze wekken wel aandacht.