Brandstofblokkades en ontvoeringen: hoe bevolking van Mali bezwijkt onder terreur van jihadisten
In dit artikel:
Bamako verkeert in ernstige nood nu de jihadistische groepering Jamaat Nusrat al-Islam wal-Muslimin (JNIM) sinds september vrijwel alle brandstoftoevoer naar de Malinese hoofdstad blokkeert. Door belangrijke snelwegen af te sluiten en tankwagenkonvooien in hinderlagen te beschieten heeft de beweging de levering lamgelegd. Inwoners kunnen al weken geen benzine meer kopen; de hoofdstad is grotendeels tot stilstand gekomen en de prijzen voor brandstof op de weinige plekken waar het nog is verkrijgbaar schoten recentelijk omhoog van ongeveer 25 naar zo’n 130 dollar per liter. Ook vervoerskosten, voedselprijzen en stroomvoorziening lijden zwaar onder de crisis. De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk hebben hun burgers geadviseerd Mali te verlaten.
JNIM gebruikte naast wegblokkades ook gewelddadige acties: er zijn meldingen en videobeelden van naar schatting 200 in brand gestoken tankwagens in het zuiden en westen van Mali, en pogingen om hulpconvoys de stad in te krijgen werden meerdere malen verijdeld. De groep hoopt met de verstikking van Bamako druk uit te oefenen op de regering en zo onderhandelingen af te dwingen; analisten zien ook een doel om publieke onvrede tegen het militaire bewind van kolonel Assimi Goïta aan te wakkeren.
De organisatie, verbonden aan Al-Qaida en ontstaan in 2017 uit een fusie van verschillende rebellengroepen, wordt geleid door de Toeareg Iyad Ag Ghali. Het precieze aantal strijders is onzeker, schattingen lopen rond de duizenden. JNIM financiert zich via illegale handel—goudsmokkel, wapens, mensenhandel—neemt belastingen en losgeld voor ontvoeringen; recent betaalde de Verenigde Arabische Emiraten naar verluidt ongeveer 50 miljoen dollar voor de vrijlating van twee staatsburgers.
De blokkade heeft ook een bredere geopolitieke dimensie. Nadat Mali de samenwerking met Franse en VN-troepen staakte, versterkte het regime banden met Russische huurlingen (eerder Wagner, later onder Russisch gecontroleerd ‘Afrikakorps’). Mensenrechtenorganisaties beschuldigen zowel Malinese als Russische strijdkrachten van ernstige misdrijven. Voor Moskou biedt de crisis een kans om politieke invloed in West-Afrika te consolideren als het erin slaagt de bevoorrading te herstellen; tegelijk zijn er gesprekken tussen Washington en Bamako die volgens critici gedeeltelijk om invloed draaien. Afrikadeskundigen waarschuwen dat de instabiliteit en de betrokkenheid van grootmachten doen denken aan een nieuwe, voorzichtige rivaliteit op het continent, waarbij lokale conflicten gebruikt worden om invloed en toegang tot hulpbronnen veilig te stellen.
De situatie in Bamako is daarmee niet alleen een humanitaire en veiligheidscrisis, maar ook een testcase voor de machtsbalans in de regio.