Branden en uitlaatgassen: oorlog in Oekraïne verergert klimaatcrisis

In dit artikel:

Sinds de Russische invasie in februari 2022 heeft de oorlog in Oekraïne een grote en meetbare klimaatschade aangericht, zo blijkt uit onderzoek van het Initiative for Greenhouse Gas Accounting of War (IGGAW). De totale uitstoot wordt geschat op ongeveer 237 miljoen ton CO2‑equivalenten — vergelijkbaar met de jaarlijkse emissies van Oostenrijk, Hongarije, Tsjechië en Slowakije samen. Ongeveer een derde van die uitstoot komt direct door militaire activiteiten: tanks, gevechtsvliegtuigen en ander materieel verbruiken enorme hoeveelheden diesel en kerosine.

Daarnaast hebben door de oorlog aangewakkerde bosbranden een grote bijdrage geleverd. In 2024 was het verbrande oppervlak meer dan twintig keer zo groot als het gemiddelde in 2006–2021, mede doordat blussen vaak niet mogelijk was tijdens een uitzonderlijk droge zomer. Volgens Oekraïne zijn in totaal zo’n drie miljoen hectare bos vernietigd; het met explosieven vervuilde gebied beslaat rond de 139.000 km².

Beschietingen van olieopslag, raffinaderijen en energie-infrastructuur leverden naar schatting zo’n 17 miljoen ton CO2‑eq extra op. Bovendien zorgden omgeleide intercontinentale vluchten (via onder meer Oekraïne en Siberië) voor ongeveer 20 miljoen ton extra CO2‑eq. IGGAW waarschuwt dat dit vertrekpunt een verontrustend voorbeeld is van hoe oorlog en klimaatverandering elkaar versterken en zo de opwarming verder aanjagen.