Brabantse schraallandfauna laat zich niet in één beheertype vangen

maandag, 6 oktober 2025 (15:05) - NatureToday.nl

In dit artikel:

Schraalgraslanden (droge, voedselarme zandvegetaties) zijn in Nederland sterk achteruitgegaan; over de vegetatie is veel bekend, over de bijbehorende fauna veel minder. Op 6 oktober 2025 presenteerden onderzoekers voor provincie Noord‑Brabant een eerste inventarisatie om te beantwoorden welke dieren aan schraallanden gebonden zijn, waar ze nog voorkomen en wat nodig is voor behoud en herstel.

Insecten stonden centraal omdat die groep veel specialistische en kwetsbare soorten bevat. De studie leverde een Brabantse lijst van 95 schraallandsoorten op, vooral dag‑ en nachtvlinders, bijen, wespen, mieren, zweefvliegen en kevers. Volledig exclusief voorkomen in het beheertype “droog schraalland” (N11.01) bleek zeldzaam; veel soorten gebruiken combinaties van beheertypen of elementen daarvan in het huidige landschap.

Net als planten lijden insecten onder ontginning, intensief landgebruik, verzuring, vermesting en versnippering. Er zijn daarnaast extra ontwikkelingen die de insectenfauna nog meer onder druk zetten. De meeste specialistische schraallandinsecten zijn sterk achteruitgegaan of verdwenen; slechts een klein groepje profiteert van klimaatverandering. De achteruitgang treft inmiddels ook minder kritische soorten die vroeger nog in schrale randen en hoekjes buiten natuurkernen voorkwamen.

Op basis van verspreidings‑ en terreingegevens werden 43 Brabantse kerngebieden voor schraallandfauna aangewezen. Opmerkelijk is dat veel belangrijke populaties zich buiten formele natuurterreinen bevinden: zandwegen, bermen, braakterreinen, dijken, geluidswallen, golfbanen, natuurbegraafplaatsen en spoorterreinen blijken waardevolle relict‑ en stapsteenzones.

Aanbevelingen: op lange termijn aanpak van stikstofdepositie en klimaatverandering; op korte termijn versterken van kwaliteit, stabiliteit en omvang van leefgebiedjes; in de middellange termijn meer kennisontwikkeling en stimulering van goed beheer, deels overlappend met vegetatiebeleid maar met aanvullende maatregelen voor de fauna. Tekst: Ivo Raemakers & Tim Faasen (Ecologica), Michiel Wallis de Vries (De Vlinderstichting), Menno Reemer (EIS Kenniscentrum Insecten). Beeld: Tim Faasen.