Boswachter Bart dolblij: zeearenden bouwen nieuw nest in Friese Veen. 'Nog geen week na omwaaien boom'
In dit artikel:
In het Friese Veen, een plasgebied tussen Haren en Paterswolde bij Groningen, bouwen twee zeearenden opnieuw aan een nest nadat hun eerdere horst in september door een windvlaag omver waaide. Vorig jaar vlogen twee jonge arenden uit in dit kleine natuurgebied; dit voorjaar mislukte de broedpoging om onopgehelderde redenen, ondanks voldoende voedsel en rust. Boswachter Bart Zwiers van Natuurmonumenten maakte zich daarover zorgen, maar ziet nu hoop: het paar begon binnen een week na het omvallen van de eerste boom op korte afstand alweer een nieuwe horst te construeren, wederom in een populier.
Zwiers merkt op dat populieren door de hoge grondwaterstand minder stevig staan en topzware nesten bij zware stormen kwetsbaar zijn, waardoor ook de nieuwe boom op termijn gevaar kan lopen. Verrassend voor hem was het gedrag van de arenden bij het bouwen: ze rukten vers takmateriaal uit boomkruinen — zes takken tegelijk — en vlogen er mee weg, in plaats van uitsluitend oud of gevallen hout te gebruiken.
De vogels jagen in het Friese Veen en in De Onlanden op onder meer aalscholvers, ganzen, eenden en vis, en eten bij schaarste ook aas. De boswachter verwacht dat het paar rond februari opnieuw een broedpoging zal starten. De waarneming past in een bredere hersteltrend: zeearenden, Europa’s grootste roofvogel met bijna 2,5 meter spanwijdte, nemen in Nederland langzaam toe; in 2024 waren er circa 40 broedparen en 45 uitgevlogen jongen.