Boodschap van Defensie is overdreven en ongenuanceerd, vindt baas vredesbeweging Pax: 'Meer geld voor wapens? Zo werkt het niet als je vrede wil'
In dit artikel:
Rolien Sasse, directeur van vredesorganisatie Pax en auteur van Vrede, wat het is en waarom het kan (verschijnt 22 september bij Blossom Books), benadrukt dat vrede meer is dan de afwezigheid van oorlog: het betekent veiligheid voor iedereen, verbonden met rechtvaardigheid en vrijheid. Als enkelen zich veilig voelen terwijl anderen dat niet doen, noemt zij dat geen ware vrede.
Sasse maakt zich zorgen over de toenemende polarisatie in Nederland: politiek en media wijzen steeds vaker naar groepen – migranten, asielzoekers, links naar rechts en omgekeerd – wat wantrouwen en harde taal aanwakkert. Draagvlak voor agressie groeit daardoor, waarschuwt ze, en zichtbare leiders hebben een bijzondere verantwoordelijkheid omdat hun narratieven het publieke denken beïnvloeden. Tegelijk ziet ze ook een kentering: veel mensen vinden de harde toon onprettig en zoeken andere wegen.
Voor verandering pleit Sasse vooral voor dagelijkse, praktische verbondenheid: deelname aan de samenleving, elkaar ontmoeten en hulp bieden — of dat nu op straat, in de kroeg of bij een sportvereniging is. Klein beginnen, oogcontact maken en echt luisteren doorbreekt wantrouwen. Ze roept burgers op zich goed te informeren, niet mee te gaan in verdachtmakingen en “verstandig” te stemmen door te letten op wat politici bijdragen aan vrede.
Over nationale weerbaarheid zegt ze begrip te hebben voor campagnes die waarschuwen voor groeiende dreiging: Nederland is kwetsbaar en buren kennen kan cruciaal zijn in nood. Maar ze bekritiseert de huidige nadruk op wapenuitgaven en defensiepolitiek als te eenzijdig en deels gestuurd door economische belangen en wapenexport. Meer betalen voor militaire middelen creëert volgens haar risico’s: bewapening stimuleert tegenbewapening en wapenexport kan autoritaire regimes versterken.
Sasse pleit voor een breder veiligheidsbegrip: naast harde defensie zijn diplomatie, ontwikkelingssamenwerking, democratieversterking en internationale rechtsorde noodzakelijk om oorlogen te voorkomen. Ze wil een defensie die waardes en internationaal recht vooropstelt, geen investering in wapens die veel burgerslachtoffers maken en geen export naar landen met slechte mensenrechtensituaties.
Ten slotte is ze opgemerkt optimistisch maar waakzaam: verandering is mogelijk, al vreest ze dat mensen vaak pas handelen als het te laat is. De massale opkomst bij recente Rode Lijn-demonstraties tegen de oorlog in Gaza beschouwt ze als een teken dat veel mensen bereid zijn zich te engageren, ondanks persoonlijke drempels.