Bondsdag stemt in met omstreden dienstplicht en pensioenwet
In dit artikel:
De Duitse Bondsdag heeft vrijdag twee omstreden voorstellen van de regering goedgekeurd: een wettelijke ondergrens voor pensioenen en de invoering van een «dienstplicht naar behoefte». Beide dossiers hadden de afgelopen weken voor grote onrust binnen de zwart-rode coalitie (CDU/CSU en SPD) gezorgd.
Het pensioenvoorstel, dat door de SPD nadrukkelijk werd nagestreefd, stuitte vooral bij jongere leden van de CDU/CSU op verzet. Zij vonden de in het kabinetsplan opgenomen ondergrens te royaal en wezen op de geraamde kosten van circa 120 miljard euro, die volgens hen onevenredig op de rekening van jongere generaties terechtkomen. Achttien jonge fractieleden dreigden hun steun te onthouden, waardoor het plan in het parlement in gevaar kwam. Na intensief intern overleg bleken zij bereid in te stemmen nadat een begeleidende tekst was toegevoegd die hen meer zeggenschap beloofde bij een geplande hervorming van het pensioenstelsel, die volgend jaar start. Uiteindelijk kreeg bondskanselier Friedrich Merz de gevraagde «echte» meerderheid: van de 630 uitgebrachte stemmen waren er 318 vóór, met zeven Union-leden die tegenstemden, twee onthoudingen en één afwezige.
Tevens nam de Bondsdag een nieuw systeem aan voor militaire en civiele dienst. Vanaf volgend jaar worden alle Duitse jongens van de jaargang 2008 op hun 18e gekeurd en gevraagd vrijwillig dienst te nemen. Het kabinet koos een compromis tussen het SPD-standpunt van een professionele vrijwilligersmacht en het verlangen van CDU/CSU om de afgeschaftte dienstplicht te herstellen: vrijwillige dienst wordt aantrekkelijker gemaakt, maar als de aanmeldingen onvoldoende blijken, kan een lotingssysteem ingezet worden om dienstplichtigen te convoceren — de zogeheten «dienstplicht naar behoefte».
Achterliggend doel van deze beleidswijzigingen is het fors versterken van de Duitse krijgsmacht: van de huidige ongeveer 180.000 militairen en 50.000 reservisten wil men groeien naar circa 260.000 actieve militairen en 200.000 reservisten, met de ambitie de sterkste conventionele strijdmacht van Europa te vormen. De stemmenverhoudingen en de interne spanningen binnen de coalitie illustreren echter dat zowel sociale zekerheid als defensie gevoelige politieke thema’s blijven, met mogelijke gevolgen voor toekomstige samenwerking binnen de regering.