Bol heel trots op zichzelf na titelprolongatie: 'Je moet het maar weer doen'

In dit artikel:

"Het is nog niet te bevatten, zo gaaf." Femke Bol (25, Amersfoort) pakte in Tokio haar tweede wereldtitel op de 400 meter horden, twee jaar na haar eerste zege in Boedapest. Waar ze bij dat eerdere succes gekwetst door spanning stond, trad ze ditmaal veel zelfverzekerder aan: ze hield bewust tempo in het begin, vertrouwde op een sterk laatste honderd meter en bleef kalm toen ze halverwege de race niet leidde.

Bol zegt dat de teleurstellende olympische finale in Parijs, waarin ze instortte en brons behaalde, haar les heeft geleerd; daardoor opende ze dit seizoen voorzichtiger en probeerde ze niet te forceren zoals bij de Spelen. Haar aanpak betaalde zich uit: op het laatste rechte stuk wist ze soepel afstand te nemen van concurrenten. "Ik ben heel trots op mezelf, dat het gewoon weer lukt," aldus Bol.

Ze reageerde ook op concurrentie uit de VS: Sydney McLaughlin-Levrone koos dit WK voor de vlakke 400 meter en won die finale in een uitzonderlijke tijd, als eerste vrouw sinds 1985 onder de 48 seconden. Bol prijst McLaughlin als een buitengewone atleet en hoopt dat ze het wereldrecord (47,60) kan verbeteren — en misschien ooit terugkeert naar de horden, waar ze volgens Bol ook in de 49 seconden zou kunnen lopen. Bol weet dat het combineren van beide disciplines moeilijk is, maar heeft zelf ervaring daarmee (EK 2022) en gelooft dat McLaughlin het theoretisch kan.

Kort samengevat bevestigde Bol in Tokio haar status als wereldtop: strategisch, mentaal gegroeid en fysiek in staat om op het beslissende moment haar kracht uit te spelen.