Boksster Van der Toorn uit nationale selectie gezet, dreigt met rechtszaak om WK-deelname
In dit artikel:
Er heerst onrust binnen de Nederlandse bokswereld rond Maud van der Toorn, de 19-jarige jeugdwereldkampioen en eerste Nederlandse jeugdwereldkampioen ooit. Zij is uit de nationale selectie gezet omdat ze weigert een verplichte topsportovereenkomst te tekenen, waarin onder meer staat dat ze twee keer per week moet trainen in Rotterdam met de nationale selectie. Van der Toorn en haar trainer Sayit Yanik, die eveneens geschorst is, vinden deze eisen te beperkend en onvoldoende voor haar niveau; zij willen liever trainen met haar eigen coach en buitenlandse sparringpartners.
De Nederlandse Boksbond, die de overeenkomst heeft ingevoerd op aandringen van het NOC*NSF, benadrukt dat deze overeenkomst standaard is voor toptalenten en rechten en plichten vastlegt, inclusief voorwaarden voor financiële ondersteuning. Alle andere topsporters hebben deze overeenkomst getekend of zullen dat binnenkort doen.
Daarnaast is er een conflict over de aanwezigheid van Yanik bij grote toernooien. De bond bepaalt welke trainers onderdeel zijn van de staf en schortte Yanik, voormalig bondscoach, wegens vermeend misbruik van officiële TeamNL-kleding tijdens toernooien. Yanik betwist de beschuldigingen en ziet de schorsing als machtsmisbruik om zijn pupil te isoleren. Zowel hij als Van der Toorn spannen rechtszaken aan tegen de bond.
Van der Toorn kampt met slapeloze nachten vanwege de situatie. Door haar uitsluiting uit de selectie lijkt deelname aan het WK boksen in september in Engeland onzeker, hoewel de bond nog openstaat voor het selecteren van haar in een gewichtsklasse zonder andere kandidaten. Dat zou wel betekenen dat ze een voorbereidend trainingskamp moet volgen en mogelijk niet door haar eigen trainer wordt begeleid tijdens het toernooi.
De bond betreurt de juridische stappen en wil de samenwerking met Van der Toorn herstellen door nieuwe gesprekken aan te bieden, maar het conflict lijkt voorlopig niet opgelost. De kwestie benadrukt de spanningen rond reglementen, individuele sportkeuzes en de rol van bonden in het elite-sportklimaat.