Boerenzwaluwen trekken ver, en nog veel verder

dinsdag, 22 juli 2025 (14:46) - Vogelbescherming

In dit artikel:

Boerenzwaluwen uit Nederlandse stallen overwinteren op uiteenlopende plekken in Afrika, variërend van Congo tot het zuidelijkste deel van het continent, met afstanden die kunnen oplopen tot circa 9.000 kilometer. Ondanks deze geografische spreiding keren alle vogels min of meer in dezelfde weken terug naar hun broedgebieden in Nederland. Dit werd onthuld in een recent onderzoek gepubliceerd in het tijdschrift Ardea, waarbij gebruik werd gemaakt van kleine geolocators om het trekgedrag nauwkeurig te volgen.

Het onderzoeksinitiatief kwam van onderwijzer Bennie van den Brink, die jarenlang de boerenzwaluw bestudeert. Dankzij financiering van onder meer Vogelbescherming en het Vogeltrekstation kon de studie rond 2011 worden uitgevoerd, mede ter gelegenheid van het ‘Jaar van de boerenzwaluw’. Uit analyses van ringen en geolocatordata bleek dat boerenzwaluwen niet alleen sterk trouw blijven aan hun broedplaats, maar vaak ook aan hun overwinteringsgebied in Afrika, vooral het Congo-bekken. Sommige individuen verrichten echter tijdens de winterperiode aanzienlijke verschuivingen, vermoedelijk volgend op het patroon van regenseizoenen, wat hen naar bijvoorbeeld Zambia en Botswana brengt. Deze trekroute wordt ondersteund door veldwaarnemingen waarbij ook andere vogelsoorten zoals roofvogels in groepen achter de regens aan trekken.

Hoewel de geolocators met tuigje slechts 0,8 gram wegen, net onder het maximum van 5% van het lichaamsgewicht van een zwaluw, had het onderzoek wel nadelige gevolgen: er werd geschat dat tussen de 15 en 20 vogels zijn overleden door het dragen van de meetapparatuur. Onderzoekers vonden het daarom belangrijk om deze wetenschappelijke resultaten beschikbaar te maken als tegenprestatie voor de mogelijke nadelen, en om financiers en vrijwilligers die het onderzoek steunden te bedanken.

De verkregen kennis over de migratie en biologie van boerenzwaluwen wordt gezien als een waardevol instrument voor hun bescherming, zowel in Nederland als in Afrika. In dat laatste continent heeft Van den Brink onder meer voorlichting gegeven aan scholieren en boeren, waarmee hij misverstanden over zwaluwen als schadelijke vogels weerlegde; integendeel, ze bestrijden juist schadelijke insecten zoals malariamuggen. De onderzoekers benadrukken dat hoe meer inzicht er is in deze waarden, hoe groter het draagvlak voor hun behoud wordt.

Het publiceren van deze onderzoeksresultaten nam veel tijd in beslag vanwege de complexiteit van data-analyse met geolocators en de uitgebreide beoordelingsprocessen bij wetenschappelijke tijdschriften. Tegelijkertijd is er enthousiasme over een lopend internationaal onderzoek aan de Universiteit van Milaan, waar promovenda Susan Ellen McKinley met nog geavanceerdere methoden en een grotere dataset probeert nieuwe inzichten te verkrijgen over de trek en overwintering van zwaluwen op meerdere locaties wereldwijd. Deze gecombineerde kennis zal de bescherming van de soort verder kunnen verbeteren.