'Blinde vlekken' bij screening pleegouders? 'Schulden moeten alarmbel zijn'
In dit artikel:
Daisy W. en Johnny van den B. staan in verband met ernstige mishandeling van een tienjarig pleegmeisje uit Vlaardingen: volgens het Openbaar Ministerie zouden ze het kind onder meer in een met stroom geladen kooi opgesloten, vastgebonden aan meubels, met tape de mond dichtgeplakt en hard op de bovenbenen geslagen hebben. Het OM eist elf jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging; de rechtbank in Rotterdam doet dinsdag uitspraak.
Onderzoek wijst uit dat de verdachten bij hun toelating tot de pleegzorg doelbewust medische en financiële problemen — waaronder 60.000 euro schulden — hebben verzwegen op de screeningsformulieren. Dat roept vragen op bij publiek en professionals: hoe konden zij door de toelatingsprocedure komen? Pleegzorginstellingen werken wel volgens richtlijnen, maar mogen veel screeningsstappen zelf invullen en toetsen vooral op basis van gesprekken. Dossiers, bank- en medische gegevens worden niet routinematig gecontroleerd, deels vanwege privacyregels. Dat creëert volgens betrokkenen “blinde vlekken”.
Deskundigen waarschuwen dat hoge schulden en psychische klachten de kans op kindermishandeling vergroten en dat alleen een intakegesprek niet betrouwbaar voorspelt hoe stressbestendig een gezin is. Daarom pleiten zij voor intensievere monitoring: regelmatige huisbezoeken, aparte gesprekken met het kind en het samenbrengen van signalen van school, hulpverleners en het kind zelf. Inspecties concludeerden recent dat in deze zaak de hulpverlening ernstig tekortschoot: het meisje werd aan haar lot overgelaten en controle en zorg waren ver beneden maat.
Kortom: de zaak legt zowel fouten bij individuele pleegouders als structurele kwetsbaarheden in het screenings- en toezichtssysteem bloot, en roept op tot strengere toetsing en blijvende begeleiding van pleeggezinnen.