Blijft Groningen een linkse stad? GroenLinks-PvdA ineens niet zeker van koppositie door opkomst D66
In dit artikel:
De spectaculaire winst van D66 bij de Tweede Kamerverkiezingen zet de kaart van het stadsbestuur in Groningen op scherp en bedreigt de koppositie van het samengevoegde GroenLinks–PvdA-blok. Bij de landelijke uitslag in de gemeente Groningen lagen D66 en de nieuwe fusiepartij nek aan nek; D66 eindigde slechts zo’n 500 stemmen vóór. Die uitslag voedt de vraag of GroenLinks–PvdA in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2026 de electoraatbinding kan vasthouden nu zij met één kandidatenlijst en één programma de straat op gaan.
D66 ziet in Groningen een kans om – mits geen grote fouten – de grootste partij te worden of in elk geval een beslissende plek in het college te veroveren. Lokaal zijn verschuivingen naar rechts minder voor de hand liggend dan landelijk, omdat rechtse partijen in de stad relatief klein blijven; toch zou deelname van D66 in het stadsbestuur al een duidelijk verschuiven van het bestuur richting een meer behoudende koers betekenen. SP en Partij voor de Dieren moeten in maart sterk(er) uit de bus komen om D66 buiten de deur te houden; bij lokale verkiezingen is strategisch stemmen minder vanzelfsprekend, wat kleine partijen kan helpen.
Politiek inhoudelijk liggen D66 en het linkse blok vaak niet ver uit elkaar op doelstellingen (verduurzaming, woningbouw, mobiliteit, opknappen oude wijken, opvang vluchtelingen), maar de pijnpunten zitten in werkwijze en participatie. Discussies over lokale dossiers zoals Betonbos, reclamebelasting en het azc aan de Eemsgolaan illustreren onvrede over betrokkenheid van inwoners en ondernemers. Een concreet twistpunt is de toekomst van het muziekcentrum: D66 pleit voor één geïntegreerd complex, terwijl het huidige college een gesplitste oplossing prefereert.
Historisch speelt ook wrijving mee: na de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 werden D66 destijds buitengesloten, iets wat in D66-kringen nog leeft. Politieke verhoudingen in Groningen bieden bovendien ruimte voor andere partijen (VVD, CDA, Partij voor het Noorden, Stadspartij 100% voor Groningen, Student & Stad) om in te springen als D66 of het linkse blok terrein winnen of verliezen. Praktisch gevolg voor GroenLinks–PvdA is dat zelfs bij een overwinning het aantal wethouders waarschijnlijk niet opnieuw op vijf uit zal komen.
Kortom: de landelijke winst van D66 heeft in Groningen de status quo opgeschud en maakt de gemeenteraadsstrijd van 2026 onvoorspelbaarder. De uiteindelijke koers hangt af van hoe kiezers reageren op de fusie GroenLinks–PvdA, de aantrekkingskracht van D66 en de prestaties van kleine partijen in de aanloop naar maart.