Binnenskamers | Klaver brengt Yesilgöz in lastige positie met Oekraïnesteun

In dit artikel:

Timing bepaalt veel in Den Haag: terwijl D66 en CDA zich al als het mogelijke motorblok van een nieuwe regering profileren, draaien partijen voorzichtig hun kaarten om te bepalen wie als eerste zal toegeven om aan te sluiten. Politiek-campagnes en de lopende formatie kleuren de woordvoering en besluitvorming, vaak belangrijker dan het onderwerp zelf.

Een actueel voorbeeld is het Kamerdebat over extra steun aan Oekraïne. GroenLinks-PvdA-leider Jesse Klaver diende een motie in voor 2 miljard euro extra militaire en humanitaire hulp. Op papier is er brede Kamersteun voor Oekraïne, en VVD-leider Dilan Yesilgöz toonde zich dit jaar nog solidair tijdens een bezoek aan president Zelensky. Toch tekende de VVD de motie niet: partijpolitieke afstemmingen binnen de formatie wegen zwaarder dan inhoudelijke overeenkomsten. De VVD heeft GroenLinks-PvdA als coalitiepartner uitgesloten, en wil geen signalen afgeven die dat imago ondermijnen, ook al lopen hun standpunten op dossiers als Oekraïne deels parallel.

Premier Dick Schoof wees daarnaast op de krappe financiële ruimte van Nederland; de tekorten zijn groot en volgens hem niet zomaar volledig op te vangen, wat de discussie over extra uitgaven bemoeilijkt. De stemming over Klavers motie valt naar verwachting samen met het moment dat informateur Pieter-Buma het gezamenlijke document van D66 en CDA presenteert, wat de druk op partijen om een keuze te maken nog groter maakt.

In de Haagse wandelgangen klonken ook illustratieve opmerkingen over geschiedenis en politiek: een CDA-Kamerlid herinnerde aan Spaanse beschietingen van Nederlandse steden, en een podcastcitaat benadrukte hoe succes en tegenslag politieke eer en schuldclaims kleuren.