Binnenskamers | Formatieveteraan: eerst inhoud, anders zwem je in een fuik
In dit artikel:
Politiek verslaggever Edo van der Goot haalt de formatielessen van minister van Staat Herman Tjeenk Willink aan om de huidige kabinetsformatie te duiden. Tjeenk Willink benadrukt dat formeren meer is dan simpelweg optellen tot 76 zetels: eerst uitsluiten, dan inhoud, en het proces in fases opdelen. Daarmee bedoelde hij dat partijen allereerst duidelijk moeten maken met wie zij absoluut niet willen samenwerken (zwarte lijsten). Dergelijke harde grenzen scheppen helderheid; in 2017 en 2021 zette de VVD bijvoorbeeld expliciet afstand van de PVV vanwege de ondermijning van democratische instituties. Andere voorkeuren — zoals wel of niet met links samenwerken — bleken meer vrijblijvende bezwaren die onderhandelbaar waren.
De methode bestaat uit drie stappen: elimineren van onoverkomelijke partners, inhoudelijk vaststellen welke problemen en doelen partijen herkennen (dus eerst vaststellen of er wel overeenstemming over de vraagstukken is), en het proces faseren zodat onderhandelingen stap voor stap kunnen verlopen. Pas nadat overeenstemming over prioriteiten bestaat, volgt de discussie over middelen en financiële keuzes.
Van der Goot vergelijkt die aanpak met de recente poging om een coalitie te vormen met PVV, VVD, NSC en BBB. Hoewel de leiders een lijst van tien onderwerpen opstelden — van asiel tot stikstof en rechtsstaat — bleek er geen dieper gedeeld begrip van die problemen. Vooral PVV en NSC verschilden fundamenteel over de rechtsstaat; ook op financiën, stikstof en steun aan Oekraïne bestonden onoverbrugbare verschillen. Daardoor waren die onderhandelingen vanaf het begin weinig kansrijk, ondanks formele pogingen om tot concrete afspraken te komen.
Tegenwoordig lijkt de vertrouwenscrisis van eerdere formaties (zoals na het beruchte 1 aprildebat van 2021) minder aanwezig, maar de waarschuwing van Tjeenk Willink blijft relevant: begin met inhoud, anders loop je vast in een fuik. Daarom is het logisch dat de formatie nu gefaseerd start — eerst D66 en CDA aan zet — en dat er waarschijnlijk snel een informateur benoemd wordt die volgens hem eerst op de inhoud moet letten.
Enkele actuele opmerkingen uit Den Haag illustreren de situatie: verkenner Wouter Koolmees waarschuwde dat blijvende uitsluitingen de vorming van een stabiel kabinet bemoeilijken; VVD-leider Yesilgöz stelde dat het land rechter is geworden; GroenLinks-leider Klaver was vooral opgelucht dat gesprekken überhaupt plaatsvinden en riep op de campagne achter zich te laten.
Kortom: Tjeenk Willinks aanpak — harde uitsluitingen expliciet maken, inhoudelijk ordenen en het proces faseren — biedt een bruikbare leidraad voor een formatieronde waarin partijen eerst hun uitgangspunten en verschillen glashelder moeten krijgen voordat ze over portefeuilles en begrotingen spreken.