Binnenkort wordt tiener Carlo Acutis heiligverklaard. Waarom? En hoe word je eigenlijk een heilige?

maandag, 1 september 2025 (17:46) - De Groene Amsterdammer

In dit artikel:

In Assisi ligt sinds kort een opvallende, moderne tombe waarin het bewaarde lichaam van de Italiaanse tiener Carlo Acutis wordt tentoongesteld: een levensgrote, hyperrealistische voorstelling in sportkleding onder glas, die door een webcam continu wordt uitgezonden en op sociale media rondgaat. Bezoekers reageren er soms emotioneel tot dramatisch; beelden van smeekbeden en devotie verschijnen op TikTok. Acutis, die in 2006 op jonge leeftijd aan leukemie overleed, kreeg al erkenning voor één kerkelijk goedgekeurd wonder en stond recent op het punt heilig te worden verklaard — een stap die door pauselijke beslissingen in korte tijd werd afgerond, waardoor hij op 7 september officieel heilig verklaard zal worden als een eigentijdse, westerse tienerheilige.

De snelle behandeling van Acutis’ zaak illustreert bredere veranderingen in de moderne heiligverklaringspraktijk. Sinds hervormingen in 1982 — onder meer het schrappen van de officiële rol van de zogeheten Advocaat van de duivel en het terugbrengen van de wachttijd na overlijden van vijftig naar vijf jaar — is het proces ingrijpend versneld. Waar vroeger onderzoeken vaak generaties duurden, produceert het Vaticaanse Dicasterie voor heiligverklaringen tegenwoordig tientallen tot honderden erkenningen per jaar. Kritische stemmen wijzen erop dat de procedure daardoor ook kwetsbaarder is voor sentiment, lobbyen en commerciële belangen.

Carlo wordt door katholieke media gepresenteerd als een brugfiguur voor jongeren: de eerste heilige die met digitale technologie vertrouwd was — hij bouwde eenvoudige websites over wonderen en heiligen, luisterde naar cd’s en speelde PlayStation — wat hem de bijnaam ‘patroonheilige van het internet’ opleverde. Zijn levensverhaal bevat weinig spectaculaire wondertekenen tijdens zijn leven; de claim van heiligheid rust vooral op wonderen die na zijn dood aan hem worden toegeschreven. Twee daarvan speelden een centrale rol: een genezing in Brazilië van een jongetje met een alvleesklierafwijking, zogenaamd na aanraking van een reliek, en een herstel van een studente in Florence dat vanuit Costa Rica als miraculeus werd bestempeld. Vaticaanse onderzoeksdata over zulke gevallen blijven vaak ondoorzichtig en zijn voor buitenstaanders nauwelijks verifieerbaar.

De promotie van Acutis is mede een familieproject. Zijn moeder, Antonia Salzano, schreef het boek My Son Carlo en voert de campagne rondom zijn cultus aan. Journalistieke reconstructies schetsen haar als gedreven en emotioneel betrokken — met financiële middelen en connecties die het proces vergemakkelijkten. De familie heeft eerdere religieuze voorgangers in de stamboom: aan beide kanten zijn al eerder personen heiligverklaard. Critici zien in die familiegeschiedenis en in de promotieactiviteiten voorbeelden van hoe heiligheid ook kan worden geconstrueerd en gecommercialiseerd: relieken, toeristische tombes, publicaties, lezingen en internationale promotietours spelen een rol bij het opbouwen van publieke devotie en kunnen nieuwe meldingen van wonderen stimuleren.

Financiële aspecten zijn aanzienlijk: een volledige aanvraag en het benodigde onderzoek kosten al snel tienduizenden tot enkele honderdduizenden euro’s — experts spreken zelfs over bedragen tot een half miljoen of meer voor wie een familielid heilig wil laten verklaren. In het verleden leidden vergelijkbare praktijken tot verwijten over geld en invloed in het Vaticaan; die beschuldigingen werden officieel ontkend, maar leidden wel tot interne regels om betalingen te formaliseren en misbruik tegen te gaan.

Tegelijkertijd roept de zaak-Acutis vragen op over geloof en wetenschap. Medische remissies en spontane genezingen komen zelden maar wel degelijk voor volgens medisch onderzoek; het is lastig vast te stellen wanneer iets het werk van bovennatuurlijke interventie is. Ook het beeld van een perfect intact lichaam werd bij Acutis genuanceerd: bij opgraving waren er tekenen van verval en het tentoongestelde ‘lichaam’ blijkt deels uit siliconen en kunsthaar te bestaan, al dragen zulke nuances weinig bij aan het geloof van toegewijden.

Samengevat is Carlo Acutis’ heiligverklaring symptomatisch voor hoe de katholieke kerk in de 21e eeuw met heiligen omgaat: sneller, zichtbaarder en vaker verweven met media, toerisme en geld. Voor gelovigen biedt hij een herkenbaar, modern rolmodel; voor critici is hij een voorbeeld van een proces waarin devotie, familie-invloed en kerkbureaucratie elkaar snel kunnen versterken.