Bijzonder hoogleraar Nikki Sterkenburg: 'Onderzoeksjournalistiek is het toppunt van morele ambitie'
In dit artikel:
Op 4 september hield Nikki Sterkenburg haar oratie als bijzonder hoogleraar Onderzoeksjournalistiek aan de Vrije Universiteit Amsterdam. De leerstoel bestaat sinds december 2024 en Sterkenburg combineert de functie met haar baan als plaatsvervangend hoofd analyse bij de NCTV; die nevenfunctie blijft zij in elk geval aanhouden tot het voorjaar van 2026. Haar leerstoel krijgt — vrij uitzonderlijk — veel tijd vrij voor onderzoek in plaats van vooral voor onderwijs; in januari start zij met het practicum voor masterstudenten onderzoeksjournalistiek.
Sterkenburg (41) is van huis uit onderzoeksjournalist en promoveerde in 2021 op onderzoek naar radicaal- en extreem-rechtse bewegingen. Haar leerstoel onderzoekt de vraag hoe onderzoeksjournalistiek de democratie kan versterken. Centraal in haar onderzoeksplan, getiteld ‘Onder de loep. Kracht en kwetsbaarheid van onderzoeksjournalistiek in een snel veranderende wereld’, staan twee lijnen: kwantificeren wat onderzoeksjournalistiek concreet oplevert (bijvoorbeeld het aantal keren dat onderzoek leidt tot Kamervragen, moties of wetswijzigingen) en verdiepen in beroepsopvattingen — welke thema’s worden juist wél of níet opgepakt, welke professionele waarden gelden en hoe journalisten omgaan met de enorme werkdruk, politieke aanvallen, juridische tegenstand en bedreigingen.
Praktisch is ze al aan de slag: de ethische commissie toetst later dit jaar de eerste onderzoeksvoorstellen, en ze heeft twee onderzoekers aangesteld (een promovendus en een junior-onderzoeksassistent). Ook begeleidde zij de eerste groep masterstudenten; een van hun groepsverhalen over overlast op VU-campus Uilenstede verscheen in EW Magazine, een eerste mijlpaal volgens haar.
Haar onderzoeksagenda wil naast het aantonen van impact ook aandacht besteden aan de arbeidsvoorwaarden en leiderschapsvragen binnen redacties. Sterkenburg wijst op structurele problemen: freelancers die vaak meer uren werken dan ze betaald krijgen, redacties die veel tijd moeten steken in projectfinanciering en een beroepsgroep waarbij veel mensen vroegtijdig stoppen door stress en fysieke klachten. Ze noemt het voorbeeld van NRC-journalist Joep Dohmen als illustratie van werkende druk en wil onderzoeken welke lessen hoofdredacties daaruit kunnen trekken.
Het aantreden verliep niet zonder controverse. Negentien onderzoeksjournalisten tekenden bezwaar aan over mogelijke belangenverstrengeling omdat Sterkenburg bij een overheidsdienst werkt — een discussie die ook tijdens het VVOJ-congres in november 2024 oplaaide. Sterkenburg zegt begrip te hebben voor de vragen en benadrukt dat zij onderzoek naar de beroepspraktijk zal doen, niet zelf onderzoek in journalistieke zin. Ze neemt bezwaren serieus en neemt maatregelen om daadwerkelijke kruisbestuiving van rollen te vermijden: toen studenten onderzoek wilden doen naar onderwerpen waarbij NCTV-rapporten betrokken waren, regelde ze direct een andere begeleider.
Naast kritiek ontving ze ook veel steun van collega’s, hoofdredacteuren en academici en wil ze juist sámen met beroepsbeoefenaars bruikbare inzichten ontwikkelen, niet vanuit een ivoren toren voorschrijven wat er moet gebeuren. Haar doel is zowel de maatschappelijke meerwaarde van onderzoeksjournalistiek helder te maken als praktische handvatten te bieden voor betere arbeidsomstandigheden en redactieleiderschap. De komende jaren moet uit haar onderzoek blijken hoeveel gewicht onderzoeksjournalistiek nog heeft in het publieke en politieke domein, en welke maatregelen nodig zijn om het vak vitaal en weerbaar te houden.