Bijrol voor Denzel Comenentia in finale kogelslingeren, Lieke Klaver komt tekort op 400 meter
In dit artikel:
Dag vier van de WK atletiek in Tokio bracht wisselende resultaten voor Nederland: enkele fraaie prestaties maar ook teleurstellingen en blessures.
Denzel Comenentia (29) maakte geschiedenis door als eerste Nederlander ooit door te dringen tot de finale van het kogelslingeren (hamer) op een WK, maar kende geen goed concours en werd twaalfde met 74,86 m (na twee foutpogingen), ruim onder zijn Nederlandse record van 79,09. De wereldtitel ging naar de Canadees Ethan Katzberg (84,70), gevolgd door Merlin Hummel (Dui, 82,77) en Bence Halasz (Hon, 82,69).
Op de 400 m strandde Lieke Klaver in de halve finales: haar 50,25 was niet genoeg voor een plek in de finale, al blijft ze inzetbaar voor de estafette. De Amerikaanse Sydney McLaughlin-Levrone gaf intussen een duidelijk visitekaartje af met 48,29 in de halve finale, een van de snelste tijden ooit.
Bij de hordennummers kwam Job Geerds (110 m horden) niet in actie in de halve finale: vlak voor de start moest hij zich terugtrekken vanwege klachten aan een oude blessure, ondanks dat hij zich de dag ervoor nipt had geplaatst (13,51). Minke Bisschops haalde zich eveneens terug van de 200 m omdat een lichte hamstringblessure optrad tijdens het trainingskamp in Chiba; dat gebeurde uit voorzorg en om haar kansen in de 4x100 m estafette te beschermen.
Op de middellange afstand viel eveneens werkelijke uitschakeling te noteren: Ryan Clarke kwam in zijn 800 m-heat niet verder dan een negende plek (1.49,08) nadat hij halverwege een beetje struikelde en terugviel. Samuel Chapple werd in zijn serie vierde (1.45,45) en miste daarmee net de plaatsing; hij gaf aan een tactische strijd te hebben verloren doordat hij ingesloten raakte en zijn eindsprint daardoor niet goed kon inzetten.
De 20-jarige Niels Laros is daarentegen een lichtpunt: hij won overtuigend zijn halve finale op de 1500 m in 3:35,50 en gaat woensdag als een van de favorieten naar de finale. Laros maakte deze zomer al indruk met meerdere Diamond League-overwinningen en een nationaal record van 3:29,20.
In het polsstokhoogspringen viel Armand Duplantis de show op door opnieuw het wereldrecord te verleggen: in zijn derde poging haalde hij 6,30 m, een centimeter hoger dan zijn vorige toptoestand. De zilveren en bronzen medailles gingen naar Emmanouil Karalis (Gr) en Kurtis Marschall (Aus). Menno Vloon kon niet meedoen om het podium: na pogingen tot 6,00 m bleef hij steken en eindigde hij buiten de top.
Nadine Visser bereikte de finale van de 100 m horden (kwalificatie met 12,45) maar liep in de eindstrijd niet haar beste race en werd achtste; de Zwitserse Mujinga Kambundji pakte het goud. Ook bij de sprints is er aandacht voor blessureleed: Julien Alfred (100/200 m) twijfelt over deelname aan de 200 m door een hamstringkwaal.
Kort samengevat: Tokio leverde voor Team Nederland een mix van historische mijlpaal (Comenentia), een veelbelovende kanshebber voor goud (Laros), wereldklasseacties (Duplantis’ wereldrecord) en helaas ook uitval en teleurstellingen door vormgebrek en blessures. De estafettes en finales de komende dagen blijven kansen voor herstel en succes.