Bijna leeggelopen patrijzenparadijs Groesbeek wil zijn 'kritische vogels' terug

In dit artikel:

In de noordoostflank van Groesbeek, tussen Groesbeek, Berg en Dal en de grens, leeft nog een kleine groep patrijzen; in Zuid-Gelderland zijn dat één van slechts zeven plekjes waar de zwaar bedreigde vogels voorkomen. Vogelaar Henk Klaassen en landeigenaren Eric en Laura Fleuren zetten zich via de pas opgerichte Buitengewone Akkervogelwerkgroep Groesbeek (BAG) in om de soort te behouden. Op het familieterrein Buitengewoon bij de Wylerbaan hebben de Fleurens graanpercelen, bloemrijk strooisel en speciale wallen aangelegd om zaden en insecten te bieden — essentiële voedselbronnen voor patrijzen.

Het gaat om een klein bestand: waarschijnlijk hooguit zo’n twintig vogels in het hele focusgebied en mogelijk nog maar één paartje op de 5,5 hectare van Buitengewoon (vroeger waren dat er drie). Dat maakt het werk urgent; vroeger kwamen patrijzen veel talrijker voor — Klaassen herinnert zich dat jagers soms tientallen vogels per dag schoten. BAG wil bewoners en landeigenaren informeren en aanzetten tot eenvoudige maatregelen zoals hagen, bloemstroken en zaadrijk grasland, en wijst op mogelijkheden voor advies en subsidies.

Deze week organiseert de werkgroep een informatieavond voor omwonenden. De initiatiefnemers benadrukken dat succes niet gegarandeerd is, maar dat herstel van de patrijs positieve effecten heeft op hele landschapsecosystemen: waar de patrijs het goed heeft, floreren ook andere weide- en akkervogelsoorten.