Bij moslimgeweld tegen homo's kijkt onze bestuurlijke elite liever de andere kant op
In dit artikel:
In Amsterdam is de acceptatie van homoseksualiteit de afgelopen jaren sterk afgenomen, vooral onder moslimjongeren, wat de veiligheid en zichtbaarheid van lhbti-personen in de stad ernstig bedreigt. Onderzoek van de Universiteit van Amsterdam toont aan dat homoacceptatie in de hoofdstad daalt, tegen de landelijke trend in, waarbij met name religieuze en moslimjongeren een negatievere houding vertonen. Dit gaat gepaard met een toename van agressie en geweld tegen homo’s, veelal gepleegd door moslimjongeren, iets wat sterk onderschat en weinig benoemd wordt door het linkse stadbestuur.
Burgemeester Femke Halsema kreeg kritiek omdat zij, terwijl zij een veiligheidsalliantie en onderwijsprogramma’s noemt als aanpak, weinig concrete maatregelen neemt om het probleem binnen Amsterdam structureel aan te pakken. Haar deelname aan de pride in Boedapest wordt gezien als symbolisch en politiek gemotiveerd, maar roept vragen op omdat zij de ernst van de situatie in eigen stad negeert. Zo weigert zij onder meer het inzetten van ‘lokagenten’—agenten die zich voordoen als kwetsbare minderheden om daders op heterdaad te betrappen—ter bestrijding van homohaat, ondanks een daarvoor aangenomen motie uit 2019. Ook het erkennen van de rol van religiositeit en migratieachtergrond in het geweld tegen lhbti’ers blijft achterwege, mede vanwege politieke gevoeligheden.
Daarnaast bleek uit ander onderzoek dat Marokkaans-Nederlandse jongeren een fors grotere kans hebben om daders van geweld tegen lhbtq’ers te zijn dan autochtone jongeren, maar dit wordt in officiële rapporten vaak verzacht of niet transparant gepresenteerd. Het onderliggende cultureel-religieuze ongemak met homoseksualiteit, zoals geworteld in conservatieve islamitische opvattingen, botst daardoor met de westerse liberale waarden van gelijkheid en vrijheid.
Critici wijzen erop dat het steeds sterker negeren van deze problematiek door bestuurders leidt tot verslechtering van de maatschappelijke samenhang en groeiende onveiligheid voor minderheden. Zo wordt het symbolisch krachtiger om Hongaarse politici te bekritiseren over queerrechten dan om daadkrachtig te reageren op de directe problemen in Amsterdam. Hierdoor blijft het vertrouwen in het stadsbestuur onder grote delen van de bevolking onder druk staan, terwijl effectieve beleidsinterventies door politieke terughoudendheid onbenut blijven.