'Bij het nachtelijk tafeltennissen, dáár werden zaken gedaan.' Het kabinet-Den Uyl komt nog ieder jaar bij elkaar

zondag, 9 november 2025 (09:41) - NRC Handelsblad

In dit artikel:

Maandagmiddag 3 november verzamelen de nog levende oud-bewindslieden van het kabinet-Den Uyl in een hoek van het restaurant van het Leonardo Hotel in Den Haag, vlakbij de Tweede Kamer, voor hun jaarlijkse reünie. De groep, ooit deel van het kabinet-Den Uyl (1973–1977) — vaak aangeduid als het meest progressieve kabinet uit de Nederlandse geschiedenis — telde die middag deelnemers van 83 tot 95 jaar. NRC mocht voor het eerst aanwezig zijn.

Van de zeven nog levende ministers en staatssecretarissen waren vijf aanwezig: Jan Pronk (oud-minister voor Ontwikkelingssamenwerking, PvdA), Laurens Jan Brinkhorst (oud-staatssecretaris van Europese Zaken, D66), Wim Meijer (oud-staatssecretaris Cultuur, PvdA), Michel van Hulten (oud-staatssecretaris Verkeer en Waterstaat, PPR) en Martin van Rooijen (oud-staatssecretaris Financiën, nu 50Plus). Bram Stemerdink kon vanwege parkinson niet reizen en sprak telefonisch; Marcel van Dam was te zwak. Van Hulten bleek ernstig ziek; de sfeer was zowel opgewekt als melancholisch.

Het gesprek concentreerde zich grotendeels op actuele politiek: ze feliciteerden elkaar met recente verkiezingsuitslagen en spraken uitvoerig over de kabinetsformatie die op dat moment letterlijk een straat verderop begonnen was. Martin van Rooijen vertelde dat D66-leider Rob Jetten hem had gebeld om het telefoonnummer te krijgen van Jan Struijs, de nieuwe fractievoorzitter van 50Plus in de Tweede Kamer — twee zetels die in de formatie van doorslagkundig belang kunnen blijken. De aanwezigen discussieerden over de vraag of er eerst een poging met rechtse partijen zou worden ingezet of dat er een nieuw samenwerkingsmodel tussen links en rechts mogelijk zou zijn, verwijzend naar historische manoeuvres uit de jaren zeventig.

Terugblikken op het Den-Uyl-tijdperk vormden een groot deel van de bijeenkomst. Ze herinnerden zich de politieke ambitie van premier Joop den Uyl om “verbeelding aan de macht” te brengen en de inzet op spreiding van inkomen, macht en kennis. Ook werd het gemengde karakter van de coalitie genoemd: PvdA, D’66 en PPR samen met confessionele partijen (KVP, ARP), wat destijds zowel kansen als spanningen opleverde. De oud-bewindslieden spraken over de rommeligheid van het kabinet — geen samenhangend akkoord, lange vrijdagse ministerraden en veel onderhandelingen — en over de persoonlijke verhoudingen tussen Den Uyl en vicepremier Dries van Agt, een rivaliteit die tot op latere reünies onderwerp van gesprek bleef.

Het gesprek leidde vanzelf naar hedendaagse zorgen: vier van de aanwezigen zijn PvdA’ers en zij maakten zich zorgen over de toekomst van de sociaaldemocratie. Thema’s waren het verlies van de traditionele arbeidersachterban, de opkomst van arbeidsmigratie als nieuwe beroepsgroep en het gebrek aan vertrouwen bij lagere inkomensgroepen. Meerdere deelnemers wezen erop dat keuzes van de PvdA in recente kabinetten — met name deelname aan het kabinet-Rutte II — hebben bijgedragen aan die kiezersvervreemding. Ook werd de fusie van GroenLinks en PvdA besproken; men zag die als moeilijk terug te draaien, maar pleitte tegelijk voor inspanningen om kiezers terug te winnen.

Persoonlijke anecdotes en gedragstrekken van toen kwamen terug: Pronk nam leiderschapsrollen op zich aan tafel, men sprak over late nachtelijke beraadslagingen en de rol van figuren als Wim Duisenberg bij informele voorbereidingen. Er klonk zorg over vergrijzing: sommige oud-collega’s worden steeds slechter ter been of horen minder goed. Toch besloten ze de traditie voort te zetten; de volgende reünie staat voor het komende najaar gepland, wanneer er wellicht een nieuw kabinet zit en weer volop reden is om de politieke lijnen van toen te vergelijken met nu.

Kortom: een bijeenkomst waarin herinneringen aan een turbulent, idealistisch kabinet werden afgewisseld met actuele politieke analyse en zorg over het voortbestaan van sociaaldemocratische idealen in het tegenwoordige Nederland.