Bij het EK honkbal in Rotterdam moet een kilometer lang hek de Israëlische ploeg beschermen tegen acties

zaterdag, 20 september 2025 (01:34) - NRC Handelsblad

In dit artikel:

Jorian van Acker, voorzitter van de lokale organisatie van het EK honkbal in Rotterdam, is sinds enkele weken vooral bezig met veiligheidsplannen en crisisoverleg in plaats van praktische toernooizaken. Het toernooi begint zaterdag en duurt een week. De plotselinge verschuiving komt door een eis van actiegroepen—onder wie Rotterdam Coalitie (RPC), de lokale SP, BIJ1 en Denk—en steunbetuigingen aan die eis van burgemeester Carola Schouten om het Israëlische honkbalteam niet te laten deelnemen. De actievoerders noemen deelname een bijdrage aan de „normalisatie van genocide” en kondigen dagelijkse protesten en sit-ins aan bij honkbalclub Neptunus, bij aankomstplaatsen van het team en bij hun verblijven. Van Acker zegt de gevoeligheid te begrijpen maar benadrukt dat de gemeente en de lokale organisatie niet over het deelnemersveld beslissen; zijn taak is nu het afstemmen van politie, gemeentelijke veiligheidsdiensten en de Israëlische delegatie.

Het incident illustreert hoe internationale conflicten sportevenementen binnendringen. Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) handhaaft officieel neutraliteit — al werden Rusland (2022) en Zuid-Afrika (tijdens de apartheid) uitgesloten — en internationale bonden volgen die lijn, maar pro-Palestijnse demonstranten gebruiken sport als podium voor boycots en aandacht voor de oorlog in Gaza. In Rotterdam leidde dat tot verhitte raadsdebatten: partijen als BIJ1 en Denk betitelden het EK als een podium voor een regime dat zich schuldig maakt aan genocide; tegenstanders vonden het debat onterecht en waarschuwden dat men een buitenlands conflict naar de stad haalt. Burgemeester Schouten toonde begrip voor de frustratie, maar zei dat de stad niet telkens het wereldwijde debat hoeft te voeren.

Rotterdam is de afgelopen maanden al meermaals gepolariseerd geweest rond de Palestijnse kwestie: in juni werden negentig demonstranten opgepakt bij protesten, actievoerders beklaagden verzekeraar Allianz en bezetten kortstondig het kantoor van Maersk uit protest tegen vermeende wapenleverantierelaties. Sportgerelateerde protesten in andere landen versterken de sfeer: in de Ronde van Spanje werden etappes ingekort na aanvallen op Israëlische wielerploegen, en in Nederland speelde Jong Oranje tegen Jong Israël recent zonder publiek vanwege veiligheidszorgen.

Sporthistoricus Paul Reef (Radboud Universiteit) bekritiseert de Rotterdamse houding van machteloosheid. Hij wijst op historische precedenten waarin lokale politiek invloed had — zoals bij de boycot van Zuid-Afrika in verband met de Paralympische Spelen in 1980 — en noemt voorbeelden van gemeenten die wél druk uitoefenden: Pamplona dreigde deze zomer subsidies in te trekken om Israëlische deelname aan een EK U18-softbal te voorkomen, waarna wedstrijden werden verplaatst. Andere toernooien zijn om veiligheidsoverwegingen afgelast of aangepast (Australisch ijshockey, discussie in Schotland). Reef stelt dat een gemeente haar instrumenten—financiering, logistieke medewerking, politieke statements—kan inzetten om sportdeelname te beïnvloeden.

Organisatorisch en financieel brengt de huidige situatie extra lasten mee voor het Rotterdamse toernooi. De organisatie betaalt voorlopig zelf voor verhoogde beveiliging: volgens Van Acker is dat ongeveer 10 procent van de totale begroting. Geld gaat naar opschaling van beveiliging en naar een hek van circa een kilometer om het terrein dicht te maken. De politie zegt zich voor te bereiden op protesten en overlegt ook over de veiligheid van de Israëlische ploeg; of die permanente escorte krijgt is onduidelijk en wordt niet openbaar gemaakt. Israëlische autoriteiten en bonden zeggen zelf ook beveiligingsmaatregelen te treffen maar geven daar weinig details over.

Of de onrust die tijdens de Vuelta zichtbaar werd naar het EK honkbal zal overslaan, is onzeker. Reef verwacht geen snelle koerswijziging van het IOC of van veel toernooi-organisaties: commerciële belangen, aansprakelijkheidszorgen en de angst voor eigen uitsluiting spelen mee. Activisten in Rotterdam zien de Vuelta-demonstranten als voorbeeld; RPC zegt „alle toernooidagen” te willen demonstreren, maar concrete aantallen of werkwijzen blijven vaag.

Van Acker probeert tussen alle drukte het toernooi normaal te laten doorgaan en zegt respect te hebben voor de boodschap van demonstranten, maar hoopt dat de wedstrijden rustig gespeeld kunnen worden. De situatie legt een dilemma bloot: sportorganisaties en lokale besturen staan onder toenemende druk om stelling te nemen in geopolitieke conflicten, terwijl internationale sportregels en commerciële belangen keuzes beperken.