Bij de Evangelische Omroep krijgen dialoog en twijfel voorrang boven de politiek-theologische boodschap
In dit artikel:
Het gebouw van de Evangelische Omroep (EO) aan de Oude Amersfoortseweg in Hilversum ademt nog altijd religieuze historie — glas-in-loodramen, een gegraveerde spreuk en kapel die nu als studio dienstdoet — maar de organisatie zelf ziet er in 2025 anders uit dan in haar beginjaren. Waar de omroep in de jaren zestig tot tachtig duidelijk politiek en moraalbeledigd was — tegen abortus, tegen het homohuwelijk, zelfs tegen evolutieleer, en sollicitanten op die punten kon toetsen — volstaat nu doorgaans één eis: geloof in Jezus. De harde bekeringsdrang lijkt te zijn afgezwakt; de toon is verschoven naar twijfel, dialoog en emotionele verhalen.
Wie de verandering concretiseert is bijvoorbeeld Beam, het jongerenplatform van de EO. Contentmaker Wilke Stuij zegt dat Beam jongeren aanspreekt die vaak geen christelijke achtergrond hebben maar wel nieuwsgierig zijn: via TikTok of een WhatsApp-vraag stuiten zij op korte, laagdrempelige formats en gesprekken over geloof, zingeving en praktische thema’s als liefde of burn-out. Stuij vat de insteek samen met de observatie dat Jezus volgens hen “radicaal inclusief” was — de omroep presenteert het geloof expliciet maar laat ruimte voor persoonlijke invulling.
Historisch gebeurde die koerswijziging in fasen, volgens directeur Arjan Lock: van de strijdbare oprichting en fundamentele stellingnames (tot eind jaren tachtig), via professionalisering in de jaren negentig (journalisten binnentreden, top verliest invloed), naar de huidige fase van verbinding. Dat vertaalt zich in een breed palet aan producties en doelgroepen: Nederland zingt trekt veel oudere, kerkelijke bezoekers; Beam en Hoedan spreken jongeren aan; programma’s als Ik mis je richten zich op rouwverwerking; De ongelooflijke podcast bereikt ook belezen niet-gelovigen.
Toch klinken er nog evangelische tonen. Op evenementen zoals een uitverkochte Nederland zingt-dag in Barneveld was de traditionele missionaire taal — advertentieteksten over evangeliseren, kramen van SGP en christen-zionistische organisaties — goed zichtbaar. Tegelijkertijd zijn veel EO-programma’s veranderd van doctrinaire uithangborden naar verhalen die emoties en persoonlijke transformaties centraal zetten. Onderzoek naar het programma De verandering laat zien dat verwijzingen naar Bijbel of God in recente afleveringen veel minder expliciet zijn; de focus ligt op therapeutische, aangrijpende levensverhalen.
Die verschuiving past in een bredere beweging waarin religie meer innerlijk en emotioneel lijkt te worden — zoals sociologen Linda Woodhead en Paul Heelas beschrijven — en waarin individuele beleving vaak zwaarder telt dan instituties. Antropologen merken dat mediaproducties steeds meer op emotionele overdracht inzetten om aandacht vast te houden; de EO speelt daarop in.
Het resultaat is een ambivalente situatie: de omroep is nog altijd missionair van aard maar wil niet langer openlijk voorschrijven wat mensen moeten geloven of stemmen. “We zijn verlegen evangelisch”, zoals de reportage samenvat: open voor gesprek en ontmoeting, niet voor harde bekering. Dat levert een breder publiek op, maar brengt ook risico’s: verlies van scherpte, het gevaar dat religieuze boodschappen in een “spirituele supermarkt” verblijven waar ze vluchtig en emotioneel zijn zonder blijvende overtuiging. Strategisch zoekt de EO aansluiting met andere levensbeschouwelijke spelers — niet terug naar een christelijke subcultuur, maar naar een plek in het midden van het publieke omroepbestel.
Kortom: de EO van 2025 is veelkleuriger en intimistischer dan het fort van vroeger. De organisatie balanceert tussen haar missionaire wortels en een moderne mediastrategie die dialoog, beleving en emotie vooropstelt — met alle kansen en spanningen die daaruit voortvloeien.