Bewoner moet nog jaren wachten op restwarmte van WarmtelinQ: 'Financiën zijn voor deel nog niet rond'

donderdag, 7 augustus 2025 (04:32) - Algemeen Dagblad

In dit artikel:

De aanleg van de warmtetransportleiding WarmtelinQ, die restwarmte vanuit de Rotterdamse haven moet leveren aan wijken in en rond Den Haag, ondervindt grote vertragingen en zal naar verwachting pas in 2027 tot 2028 operationeel zijn. Bewoners van onder meer Rijswijk, Ypenburg, Leidschendam-Voorburg, Voorschoten en Wassenaar moeten hierdoor waarschijnlijk nog tot 2027 wachten voordat ze hun huizen met duurzame restwarmte kunnen verwarmen.

De Gasunie, verantwoordelijk voor dit project, heeft de bouw van het laatste deel van WarmtelinQ door financiële problemen moeten uitstellen. De oorspronkelijk geraamde kosten van 650 miljoen euro zijn inmiddels verdubbeld tot ongeveer één miljard euro. Ondanks eerdere subsidie van 88 miljoen euro door de Provincie Zuid-Holland is extra financiële steun niet verzekerd, wat het budgettekort vergroot.

De vertragingen zijn niet alleen financieel van aard; er waren ook technische en juridische tegenslagen. Zo kon de aanleg tussen Rijswijk en Leiden, gepland om in 2022 te starten, nog niet van start gaan. Daarnaast leidde archeologische vondsten en weerstand vanuit de buurt, die het project 'Smeerpijp' noemen vanwege vermeende belangen van de fossiele industrie, tot uitstel. Het traject tussen Vlaardingen en Den Haag zal naar verwachting pas in het voorjaar van 2027 gereed zijn, terwijl het deel tussen Rijswijk en Leiden nog geen concrete uitvoeringsdatum heeft.

Hoewel de Gasunie inmiddels aannemers heeft aangewezen voor de aanleg van de leidingen, blijft de exacte planning onduidelijk. Het project draagt bij aan de energietransitie door de benutting van restwarmte uit industriële processen in de Rotterdamse haven, een belangrijke stap om bestaande warmtebronnen duurzamer in te zetten. Desondanks blijkt dat complexe financiering, technische uitdagingen en lokale weerstand het tempo en de uitvoering van dergelijke grootschalige infrastructuurprojecten sterk kunnen belemmeren.