'Beving Groningen is herinnering dat overheid er niet te licht over moet denken'
In dit artikel:
De beving van afgelopen nacht in Groningen toont volgens onderzoeker Michel Dückers dat angst en onzekerheid onder bewoners van het bevingsgebied niet verdwijnen. Dückers, bijzonder hoogleraar crisis, veiligheid en gezondheid en leider van het onderzoeksprogramma Gronings Perspectief, zegt dat de gebeurtenis "een wake-upcall voor Den Haag" is. Zijn onderzoek (lopend sinds 2016) laat zien dat bewoners de afgelopen jaren meer stressklachten kregen, minder vertrouwen in de overheid en medeburgers ervaarden en zich minder veilig voelden in hun eigen woning.
Hoewel de gaswinning is teruggeschroefd en KNMI-rapporten aantonen dat de kans op zware bevingen afneemt, blijft het risico bestaan. Het probleem werkt sluipend: omdat er geen directe, spectaculaire rampbeelden zijn, blijft de ernst voor buitenstaanders vaak onzichtbaar. Veel bewoners melden dat zij zich in de steek gelaten voelen door het landelijke bestuur en niet gezien worden door de rest van Nederland.
De materiële en sociale gevolgen zijn groot. Ongeveer 100.000 mensen hebben schade gemeld; voor 27.792 beschadigde gebouwen is vastgesteld dat versterking noodzakelijk is — een operatie die naar verwachting tot minstens 2034 duurt. Herhaalde schade heeft negatieve effecten op de geestelijke gezondheid van volwassenen en verstoort het leven van kinderen, met gevoelens van onveiligheid en verlies van toekomstperspectief als mogelijke gevolgen.
Dückers benadrukt dat lokale bestuurders al alert zijn, maar dat de nationale politiek en burgers elders in het land een herinnering nodig hebben dat de situatie in Groningen nog steeds ernstig is. Ook René Paas, commissaris van de Koning in Groningen, dringt erop aan dat de eerder gedane beloften over een menselijkere, eenvoudigere afhandeling van schade en versterking nu waargemaakt moeten worden.