Bestuursrot bij Ajax

In dit artikel:

Ajax heeft zichzelf volgens psychologen Vittorio Busato en Wim Bloemers met de aanstelling van Marijn Beuker als directeur Voetbal een grote blunder op de hals gehaald. Een recente reconstructie in NRC (12 december 2025) onthulde dat Beuker op LinkedIn met diploma’s pronkt die hij niet heeft: hij stopte op zestiende met school na havo 4, maar presenteert zich als houder van bachelors in sportmanagement en sportpsychologie. De auteurs vragen zich af wie binnen de Amsterdamse club — bestuur, raad van commissarissen, ledenraad — deze keuze heeft goedgekeurd en waarom er geen degelijke achtergrondcheck heeft plaatsgevonden.

Centraal in de kritiek staat Beukers aanpak van jeugdscouting: hij wil talent ‘objectiveren’ met een methode om te voorspellen wie uit de jeugdstroom een topvoetballer wordt. Busato en Bloemers, beiden psycholoog, hekelen dat dat model zonder wetenschappelijke toetsing en transparantie wordt ingezet. Waar academische validatie nodig is om te bepalen of zo’n model echt voorspelt en welke factoren bijdragen, reageert Beuker dat Ajax geen wetenschappelijk bedrijf is en dat praktijkproeven belangrijker zijn dan jarenlang wachten op sluitend bewijs. Volgens de auteurs had hij gemakkelijk bestaande literatuur kunnen raadplegen of stagiairs kunnen inzetten om een onderbouwd ontwerp te maken — in plaats van vertrouwen op zijn eigen, ongetoetste inzichten.

De kritiek wordt in bredere zorgen over bestuurlijke zwakte geplaatst: Ajax zou al jaren kampen met chaos binnen leiding en technisch beleid, met voorbeelden als de vrije rol van Sven Mislintat in 2023 en het recente vertrek van hoofdscout Kelvin Lang (17 december 2025). Hoewel de kortetermijnsportieve resultaten onder interim-trainer Fred Grim positief zijn, vinden de schrijvers dat structurele problemen — gebrek aan professionaliteit, vriendjespolitiek en ondoorzichtige besluitvorming — aangepakt moeten worden.

Hun oproep is concreet: Ajax moet leiderschap herstellen door integere, aantoonbaar deskundige professionals in te zetten, organisatieontwikkeling serieus aan te pakken en beslissingen te baseren op gecontroleerde, transparante methoden. Een herstel van bestuurbaarheid en vertrouwen vergt volgens hen tijd — mogelijk een decennium — maar is noodzakelijk om het opleidingsmodel en de toekomst van de club gezond te houden.