Bestrijdingsmiddelen met pfas opnieuw beoordeeld op gevolgen voor drinkwater
In dit artikel:
Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) laat 46 bestrijdingsmiddelen die PFAS bevatten de komende jaren opnieuw toetsen vanwege mogelijke vervuiling van grond- en daarmee drinkwater. PFAS zijn een grote groep chemische verbindingen die nauwelijks afbreken en daarom “forever chemicals” worden genoemd; sommige zijn in verband gebracht met kanker, verminderde vruchtbaarheid en aantasting van het immuunsysteem. Vorig jaar bestempelde het RIVM alle PFAS als zeer zorgwekkend.
De herbeoordeling volgt op Deens onderzoek waaruit blijkt dat de betreffende PFAS in deze middelen afbreken tot trifluorazijnzuur (TFA), een stof die gemakkelijk in het grondwater terechtkomt. Volgens het Ctgb liggen de huidige TFA-concentraties in het grondwater nog onder de aanvaardbare grens, maar bij verdere ophoping kunnen gezondheidsrisico’s ontstaan omdat grondwater als bron voor drinkwater dient. Om die toekomstrisico’s in kaart te brengen onderzoekt het college de middelen opnieuw.
Denemarken verbood afgelopen zomer al 23 van dergelijke middelen; Noorwegen en Zweden kozen net als Nederland voor herbeoordeling. Het Ctgb wijst erop dat andere Europese landen vaak wachten op een besluit van de Europese Commissie, maar vindt dat afwachten onverantwoord kan zijn. Het college streeft ernaar de beoordelingen uiterlijk 30 april 2028 afgerond te hebben.
Als de toelatingen worden ingetrokken kan dat grote gevolgen hebben voor de landbouw. Daarom adviseert het Ctgb de minister van Landbouw actief naar veilige alternatieven te zoeken en zich voor te bereiden op mogelijke leverings- en teeltwijzigingen.