Beste mevrouw Yeşilgöz, de VVD naait de hardwerkende Nederlander keer op keer
In dit artikel:
Gisteren tijdens een VVD-campagnebijeenkomst in Oosterhout richt Rutger zich in een open brief tot minister Yeşilgöz en de VVD en hekelt een door de VVD verspreide, zogenaamd door linkse partijen geschreven waarschuwing over maatregelen die “aan de portemonnee” van burgers zouden komen. Volgens Rutger was die brief misleidend: in plaats van eerlijk te vertellen welke keuzes de VVD maakt, suggereert de partij dat links het grote probleem is, terwijl juist VVD-beleid volgens hem de afgelopen twintig jaar de koopkracht van veel Nederlanders heeft uitgehold.
Rutger somt concrete voorbeelden op. In de zorg betaalden we in 2006 nog een premie van circa €85 per maand zonder eigen risico; nu zijn premies sterk gestegen en bestaat er een fors eigen risico, waardoor de totale ziektekosten per huishouden volgens hem van ongeveer €1.000 naar meer dan €2.200 per jaar zijn gegroeid. Dit wijt hij aan marktwerking en privatisering: verzekeraars bepalen de prijzen en compenseren maatregelen van de overheid door premies te verhogen, terwijl beloofde kwaliteitsverbeteringen en lagere wachtlijsten uitbleven.
Ook de woningmarkt is volgens hem slachtoffer van VVD-beleid: liberalisering, het aantrekken van internationale beleggers en politieke druk op woningcorporaties om voorraden te verkopen hebben geleid tot hogere prijzen en minder sociale huurwoningen. Daardoor kunnen vooral mensen met modale of lagere inkomens de woonlasten niet meer dragen. Verder wijst hij op stijgende tarieven voor treinreizen, toenemende boodschappenprijzen en hoge energiekosten; daarbij krijgen grote bedrijven volgens hem vaak belastingvoordelen (zoals afschaffing van de dividendbelasting) en subsidies, terwijl zij weinig verliezen door prijsinflatie.
Rutger benoemt ook de gevolgen van open grenzen voor de arbeidsmarkt — beleid dat door VVD-politici en EU-beleid is bevorderd — waardoor goedkope arbeidskrachten uit Oost-Europa concurreren met Nederlandse zzp’ers en vakmensen. Die migrerende werknemers worden soms slecht beschermd en belanden in sommige gevallen op straat, zonder toegang tot opvang. Volgens de schrijver zijn dit allemaal consequenties van een overheid die zich terugtrekt en marktkrachten de vrije hand geeft.
Naast beleidskritiek richt de brief zich op VVD-campagnestrategie: het verspreiden van een valse waarschuwing over linkse partijen noemt hij oneerlijk en misleidend. Hij verwijst naar VVD-woordvoerder Eric van der Berg, die integers geuite keuzen (“er moeten keuzes gemaakt worden”) weglachte, wat Rutger beschouwt als openheid over de prioriteiten van de partij maar ook als gebrek aan verantwoordelijkheid. Hij stelt dat VVD-politiek ongelijkheid vergroot, de rekening bij gewone hardwerkende Nederlanders legt en zo onvrede aanwakkert — een voedingsbodem voor extreemrechts, meent hij.
Tot slot vraagt Rutger Yeşilgöz om eerlijkheid in de campagne: leg de gemaakte politieke keuzes uit, erken de maatschappelijke risico’s van toenemende ongelijkheid, en geef een sociologische duiding van hoe beleid tot hedendaagse spanningen en polariteit heeft geleid. Hij sluit met de vraag of zij die brief nog vóór de verkiezingen wil delen.