Beschikbaar inkomen huishoudens stijgt door hogere lonen
In dit artikel:
Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldt dat Nederlandse huishoudens in het tweede kwartaal van dit jaar gemiddeld meer reëel besteedbaar inkomen hadden dan een jaar eerder: een toename van 2,8 procent ten opzichte van Q2 vorig jaar. Die groei komt vooral door hogere cao-lonen en een stijging van sociale uitkeringen; de totale beloning van werknemers steeg met 5,9 procent, het aantal banen nam met 1,5 procent toe en cao-lonen waren 5,3 procent hoger. Het gemengde inkomen van zelfstandigen nam bescheiden toe (+0,8 procent). Tegelijkertijd namen ontvangen uitkeringen in totaal met 6,2 procent toe, deels door koppeling aan het minimumloon dat met circa 6 procent steeg, terwijl huishoudens gemiddeld 3 procent meer aan belastingen en premies betaalden.
Op het woonvlak nam de woninghypotheekschuld in Q2 toe met 12,6 miljard euro ten opzichte van het voorgaande kwartaal; de schuld als aandeel van het bbp klom naar 79,2 procent (van 79,1 procent) — de eerste stijging sinds begin 2021. Deze toename wordt toegeschreven aan hogere huizenprijzen en meer verkopen, waardoor nieuw afgesloten hypotheken opliepen. Kortom: inkomens zijn in reële termen gegroeid door loon- en uitkeringsstijgingen, maar de huishoudensbalans laat tegelijk een oplopende hypothecaire schuldenpositie zien.