Benjamin Netanyahu toont ons wie wij zijn

donderdag, 14 augustus 2025 (16:01) - Nijmans Nieuwsbriefje

In dit artikel:

De columnist reageert op wat hij ziet als de dominante westerse mediacritiek op Benjamin Netanyahu en draait het betoog om. Waar brede delen van de internationale opinie de Israëlische premier afschilderen als de belichaming van kwaad — beschuldigingen van etnische zuivering, het willens en wetens uithongeren van Gaza en het doden van burgers en journalisten — stelt de schrijver dat hij persoonlijk niet automatisch Netanyahu of diens motieven veroordeelt. Als buitenstaander voelt hij zich in de eerste plaats toeschouwer, maar hij waardeert Netanyahu wél als voorbeeld van vastberaden leiderschap dat in zijn ogen laat zien dat het Westen ergens nog beschikt over politieke moed en verantwoordelijkheidsgevoel voor cultureel voortbestaan.

Tegelijk erkent de auteur serieuze kritiekpunten: Netanyahu is al jaren onderwerp van rechtszaken wegens fraude en omkoping, en Israël kent sinds voor de oorlog diepe interne spanningen tussen politiek en Hooggerechtshof. De regeringscoalitie bevat radicale figuren als Itamar Ben-Gvir en Bezalel Smotrich, wier retoriek over Gaza en de Palestijnen volgens de columnist moreel problematisch is en de legitimiteit van Israëls strijd tegen Hamas ondermijnt. Sinds de aanval van 7 oktober zijn uitspraken en plannen van zulke ministers opvallend hard geweest, variërend van tegenstand tegen humanitaire hulp tot oproepen om Gaza te “veroveren” of te “vernietigen”.

De schrijver benadrukt dat Israël een parlementaire democratie en rechtsstaat is: burgers mogen demonstreren en bij volgende verkiezingen — volgend jaar oktober — kunnen kiezers andere keuzes maken. Daarmee wijst hij elke suggestie af dat de rest van de wereld het Israëlische binnenlandse bestel of verkiezingsgedrag moet dicteren. Hoewel de oorlog de juridische procedures deels vertraagt, zijn de processen tegen Netanyahu niet officieel opgeschort, en juridisch gezien hoeft een premier niet af te treden zonder vonnis.

Uiteindelijk gebruikt de columnist Netanyahu als contrasterend voorbeeld: een leider die, ondanks zijn gebreken en die van zijn coalitie, volgens hem op dit moment een teken is dat in minstens één democratisch huis nog “het licht brandt”. Tegelijk zegt hij dat de hedendaagse westerse elite, vertegenwoordigd door critici als Toon Beemsterboer, gebukt gaat onder zelfkritiek en culturele malaise — en dat Netanyahu daardoor ook laat zien wie zijn critici zijn, wat geen fraai beeld oplevert.