Ben ik verplicht mijn aflossingsvrije hypotheek af te lossen?
In dit artikel:
Aflossingsvrije hypotheken hebben meestal een einddatum — doorgaans dertig jaar na het afsluiten — waarop de schuld volledig moet zijn afgelost. Hypotheken zonder einddatum zijn uiterst zeldzaam. In de praktijk leidt een aflossingsvrije hypotheek weinig tot betalingsproblemen: hypotheken worden vaak overgesloten, bij verhuizing opnieuw op dertig jaar gezet of anderszins herfinancierd, en een aflossingsvrij deel mag in Nederland maximaal circa de helft van de woningwaarde bedragen.
Toch staan Nederlandse banken steeds meer onder druk om aflossingsvrije leningen actief te controleren. De Europese Centrale Bank (ECB) wil dat hypotheken (wettelijk) afgelost worden en rekent ook oude spaarhypotheken niet tot aflossingsvrij. Dit heeft toezichthouders ertoe gebracht banken strenger te laten monitoren en vaker contact te zoeken met klanten met aflossingsvrije schulden. Volgens de auteur leidt dat tot extra werklast en ingrijpende vragen richting klanten; een adviseur meldde dat een bank zelfs aan een 84-jarige vroeg hoe ze haar hypotheek over twintig jaar wilde aflossen.
Praktische gevolgen zijn al zichtbaar: sommige banken stoppen met het aanbieden van maatwerk aflossingsvrije hypotheken en zetten bij verlenging aflossingsvrije hypotheken om naar annuïteiten. Bij een vernieuwd rentevoorstel kunnen banken dwingender voorwaarden stellen en mogelijk hogere rentes rekenen — er is gesproken over een rente-opslag van meer dan 0,5 procent voor aflossingsvrije constructies. Ook worden er signalen dat klanten periodiek (bijvoorbeeld elke drie jaar) inkomensgegevens moeten aanleveren om betaalbaarheid te toetsen; als klanten niets aanleveren, heeft de bank daar weinig direct tegenmiddel, maar bij een nieuwe offerte liggen strengere eisen wel voor de hand.
De auteur verwacht dat maatwerk fors zal afnemen en dat banken bij verhuizing of afloop van de looptijd de spelregels kunnen veranderen, wat nadelige gevolgen kan hebben voor kwetsbare groepen zoals senioren, scheidende partners en eigenaren met funderingsrisico. Hoewel de schrijver niet tegen aflossen is, plaatst hij vraagtekens bij de harde, Europese regeldruk: die probeert een risico te beheersen dat volgens hem in de praktijk weinig voorkomt. De auteur is Master of Financial Planning.