Bemanning moet vrachtschip op Rode Zee verlaten na eerste aanval sinds april
In dit artikel:
In de nacht van zondag op maandag is het vrachtschip Magic Seas aangevallen op de Rode Zee, ongeveer 100 kilometer ten zuidwesten van de Jemenitische havenstad Hodeidah. Acht kleine boten begonnen het schip te beschieten met granaten en geweren, waarna ook vier drones en enkele raketten het vrachtschip aanvielen, wat leidde tot brand en waterinbraak. Hierdoor moest de bemanning het schip verlaten en werd gered door een passerend vrachtschip. Het schip vaart onder Libanese vlag en is eigendom van een Grieks bedrijf.
Hoewel de aanval nog niet formeel is opgeëist, vermoeden maritieme toezichthouders UKMTO en Ambrey dat de Houthi-rebellen uit Jemen verantwoordelijk zijn, gezien de gebruikte aanvalsmethode overeenkomt met eerdere acties van hen. De Houthi's hebben de afgelopen jaren meer dan honderd scheepsaanvallen in deze regio gepleegd, waarbij de aanval op de Magic Seas de eerste sinds april is.
De Houthi-rebellen rechtvaardigen hun aanvallen als vergelding voor het Israëlische geweld in de oorlog in Gaza en voeren ook raketaanvallen uit op Israël. In reactie voerde Israël recent tegenacties uit, waaronder aanvallen op drie Jemenitische havens en doelen van Hezbollah in Libanon. Deze incidenten vinden plaats in een gespannen politieke context, nu Israël en Hamas dicht bij een staakt-het-vuren zouden zijn, terwijl tevens gesprekken tussen Iran en de Verenigde Staten over het Iraanse atoomprogramma spelen. Iran is een bondgenoot van de Houthi's.
Begin mei stelde de Amerikaanse president Donald Trump dat de Houthi's aanvallen op koopvaardijschepen hadden gestaakt, waarna ook de VS hun aanvallen op Houthi-doelen stopten om de commerciële scheepvaart te beschermen. De recente aanval wijst echter op een voortzetting van het conflict in de Rode Zee, een cruciale vaarroute voor internationale handel.