Belangenconflict bij invoering vergoede dyslexiezorg
In dit artikel:
Bij de invoering van vergoede dyslexiezorg in Nederland is sprake geweest van een belangenconflict, zo blijkt uit onderzoek van Zembla. In 2007 adviseerde het CVZ, de voorloper van het huidige Zorginstituut Nederland, de minister over vergoeding van dyslexiezorg vanuit de basisverzekering. Het advies en het bijbehorende protocol, dat nu nog gebruikt wordt, waren zwaar afhankelijk van onderzoek en deskundigen verbonden aan RID, een van de grotere aanbieders van dyslexiezorg. Dit leidde volgens hoogleraar gezondheidseconomie Marcel Canoy tot een situatie waarin het CVZ onvoldoende heeft voorkomen dat betrokkenen hun eigen belangen dienden.
Naar schatting krijgt inmiddels zo’n 8 procent van de Nederlandse kinderen de diagnose ernstige dyslexie, ruim het dubbele van wat 20 jaar geleden werd verwacht toen het protocol werd opgesteld. Destijds raming men de kosten op 21,6 miljoen euro, terwijl recent onderzoek van Zembla wijst op een groei tot circa 70 miljoen euro per jaar. Anneke Smits, logopedist en lid van de begeleidingscommissie destijds, had al vooraf twijfels over de ruime definitie van dyslexie in het protocol, waardoor veel meer kinderen voor vergoeding in aanmerking komen.
Het belangenconflict blijkt vooral uit het feit dat de auteur van het eerste dyslexieprotocol getrouwd was met een manager van RID, terwijl ook de oprichter van RID in de begeleidingscommissie zat. Het CVZ baseerde zijn positieve oordeel over de effectiviteit van dyslexiebehandelingen mede op onderzoek van deze betrokkenen. Hoogleraar Canoy benadrukt dat publieke organisaties moeten voorkomen dat mensen hun eigen “vlees keuren” en adviseert gemeenten om een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren.
Zorginstituut Nederland stelt in reactie dat het niet kan vaststellen of destijds sprake was van onoorbare belangenverstrengeling en dat huidige regels dit moeten voorkomen. RID gaf geen inhoudelijk antwoord op de vragen van Zembla, en de betrokken oprichter en auteur zijn inmiddels overleden.
De uitzending ‘Diagnose dyslexie’ van Zembla laat zien dat de praktijk rondom diagnostiek en behandeling problematisch is. Volgens hoogleraar orthopedagogiek Anna Bosman wordt dyslexie regelmatig als verklaring gebruikt voor leesproblemen die eigenlijk ontstaan doordat het onderwijs en de extra hulp op scholen onvoldoende zijn. De Inspectie van het Onderwijs constateerde al in 2019 dat het leesonderwijs niet adequaat is.
Deze bevindingen roepen op tot kritisch herziening van de diagnostiek en financiering van dyslexiezorg, met een grotere rol voor onafhankelijke partijen en betere waarborging van publieke belangen.