Begrotingstekort valt lager uit, maar: 'Meevallers verdwijnen'
In dit artikel:
De Nederlandse begroting ziet er dit jaar beter uit dan eerder geraamd, maar demissionair minister van Financiën Heinen waarschuwt voor te veel optimisme: „De meevallers waar we in het verleden aan gewend raakten, die verdwijnen.” Volgens de najaarsnota zakt het verwachte tekort van 2,1 naar circa 1,8 procent van het bbp en daalt de staatsschuld naar ongeveer 44,2 procent – beide ruim binnen de door Brussel gestelde grenzen van respectievelijk 3 en 60 procent.
De gebruikelijke oorzaak van zulke meevallers speelt ook nu een rol: uitgaven van ministeries blijven achter en belastingopbrengsten vallen soms hoger uit. Maar Heinen signaleert dat die onderuitputting afneemt. Waar eerder onderuitputting wel boven de 10 miljard euro uitkwam, had het kabinet voor dit jaar rekening gehouden met ruim 7 miljard op de plank; tot nu toe is daarvan slechts 2,5 miljard daadwerkelijk gerealiseerd.
De minister benadrukt dat het lastig is om op basis van de tussenstand harde conclusies te trekken: vaak blijken pas bij het definitieve jaarverslag in mei meer resterende uitgaven zichtbaar. Politieke en financiële plannen moeten daarom niet te veel leunen op incidentele meevallers, aldus Heinen, die aandringt op terughoudendheid bij het begrotingsbeleid.