Begrotingstekort loopt op mede door afspraken in voorjaarsnota
In dit artikel:
Het Centraal Planbureau (CPB) voorspelt dat het begrotingstekort van Nederland dit jaar oploopt tot 2,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp), een stijging ten opzichte van de eerdere inschatting van 1,8 procent. Deze verslechtering komt deels door extra uitgaven die zijn afgesproken in de voorjaarsnota, waaronder meer steun voor Oekraïne, hogere bijdragen aan gemeenten, extra kosten voor asielopvang en investeringen in duurzame energie. Hoewel een deel van deze uitgaven wordt gefinancierd met eerder niet gebruikte middelen (onderuitputting), had het CPB dit bedrag al deels in zijn eerdere berekeningen verwerkt. Daarnaast was de overheid vorig jaar duurder uit dan voorzien, wat het tekort zonder het nieuwe akkoord ook al had verhoogd.
De begrotingsprognoses voor komende jaren zijn eveneens minder rooskleurig: in 2026 wordt een tekort van 2,8 procent verwacht, waarna dit iets afneemt. Door deze hogere tekorten stijgt de staatsschuld van 43,4 procent van het bbp in 2024 naar 50,2 procent in 2029. Deze ontwikkeling weerspiegelt een toename van de overheidsschuld, die kan leiden tot hogere rente-uitgaven en minder financiële beleidsruimte in de toekomst. De extra uitgaven sluiten aan bij politieke keuzes rond solidariteit met Oekraïne, sociale opvang en energietransitie, maar zetten tegelijkertijd druk op de overheidsfinanciën.