Begraven worden naast Édith Piaf of Jim Morrison: in Parijs zijn concessies te winnen op beroemde begraafplaatsen
In dit artikel:
Parijs biedt mensen die vervallen grafmonumenten restaureren het recht om daar zelf begraven te worden, een maatregel bedoeld om het tekort aan graven binnen de stad te verlichten en tegelijk historisch waardevolle zerken te behouden. Het initiatief, eerder dit jaar door de gemeenteraad goedgekeurd en deze week officieel gepresenteerd, verandert volledig opgeknapte graven weer in officieel bruikbare concessies.
In totaal komen 30 monumenten beschikbaar: telkens tien op Père‑Lachaise, Montmartre en Montparnasse — begraafplaatsen waar onder meer Édith Piaf, Jim Morrison, Frédéric Chopin en Oscar Wilde liggen. Kandidaten moeten het grafmonument aankopen en de restauratie uitvoeren volgens strikte voorschriften van de gemeente.
De herstelwerkzaamheden omvatten onder meer het reinigen van het steenwerk, herstellen van voegen met kalkmortel, vervangen van verroeste metalen onderdelen, repareren van gebroken stenen en het controleren en waterdicht maken van de grafkelder. Na volledige restauratie wordt het graf opnieuw geregistreerd als beschikbare begraafplaats.
Vanwege grote belangstelling wordt via een loting beslist wie een plek krijgt; inschrijven kan nog tot het einde van dit jaar en deelnemers moeten een dossier met onder andere een recent belastingattest indienen. De aankoopprijs van een graf is vastgesteld op 4.000 euro (exclusief restauratiekosten).
Daarnaast zijn er concessiekosten: 976 euro voor 10 jaar, 3.354 euro voor 30 jaar, 5.260 euro voor 50 jaar en 17.768 euro voor eeuwigdurende concessie. De stad ziet dit als een manier om respectvol met bestaande begraafplaatsen om te gaan zonder extra grond in te nemen, terwijl verval van historische monumenten wordt tegengegaan.