Barst straks de AI-zeepbel? "Miljarden investeringen leveren nog geen winst op"
In dit artikel:
Grote technologiebedrijven pompen miljarden in artificiële intelligentie, terwijl winstgevendheid grotendeels uitblijft. Dat leidt tot toenemende vrees dat er een financiële zeepbel ontstaat rond AI — vooral nu beleggersgedrag en hoge beurswaarderingen ver af lijken te staan van daadwerkelijke inkomsten. Namen als OpenAI, Meta en chipproducent Nvidia domineren de discussie; laatstgenoemde kondigt binnenkort kwartaalcijfers aan die als een kantelpunt worden gezien: tegenvallende resultaten kunnen een kettingreactie op de markt veroorzaken en de hype doen afkoelen.
Wat is een zeepbel? Financiële bubbels ontstaan wanneer aandelenprijzen sterk afwijken van de reële economische waarde van bedrijven. Economen gebruiken onder meer de koers-winstverhouding (P/E) om te beoordelen of marktwaarderingen gerechtvaardigd zijn. De dotcom-crisis eind jaren negentig is het klassieke voorbeeld: bedrijven kregen extreem hoge waarderingen op basis van verwachtingen die niet werden waargemaakt, waarna een scherpe correctie volgde.
Argumenten dat er wél een AI-zeepbel is
- Veel AI-activiteiten draaien momenteel nog met verlies. Sommige spelers praten openlijk over pas op termijn winst maken; OpenAI verwacht bijvoorbeeld pas rond 2029 winstgevend te zijn.
- Onderzoek van MIT laat zien dat 95 procent van bedrijven geen rendement haalt op hun AI-investeringen. Ook Vlaamse cijfers tonen dat veel organisaties wel overtuigd zijn van efficiencywinst, maar niet weten hoe die te realiseren.
- Technologische en operationele risico’s drukken de potentie: datacenters en gespecialiseerde chips verouderen snel, waardoor miljardeninvesteringen binnen een paar jaar vervangen moeten worden.
- Financiële verwevenheid tussen spelers kan de illusie van groei versterken: wanneer bedrijven in elkaar investeren, kunnen omzetten en waarderingen hoger lijken zonder dat er echte nieuwe economische waarde ontstaat. Dat vergroot het risico op grote verliezen als de stroom van kapitaal of vertrouwen opdroogt.
Argumenten dat er géén zeepbel is
- Volgens Robbe van Hauwermeiren (Belfius Private) ontbreekt de klassieke bubbelcontext: de rente staat hoog en beleggers zijn voorzichtiger, in tegenstelling tot periodes van goedkoop geld en euforie waarin bubbels vaak ontstaan.
- Historisch duurt het vaker jaren voordat nieuwe technologieën echt winstgevend worden; dat betekent niet automatisch dat huidige investeringen speculatief of onverantwoordelijk zijn. Er kunnen duidelijke winnaars en verliezers uit de AI-race komen, zoals in eerdere technologiecycli.
- De technologiesector heeft de afgelopen anderhalf decennium aantrekkelijke rendementen opgeleverd, wat pleit voor vertrouwen in structurele waardecreatie op lange termijn, aldus voorstanders.
Wetenschappelijke kritiek en praktische beperkingen
VUB-hoogleraar Luc Steels benadrukt dat huidige grote taalmodellen vooral statistische patronen voorspellen en geen echt redenerend begrip hebben; in taken die abstract denken of wiskundige precisie vereisen, vallen ze door de mand. Hij wijst op hoge faalpercentages bij bedrijfsproefprojecten met generatieve AI (S&P Global: 42% faalrate in 2024) en waarschuwt dat veel projecten door hype worden aangestoken in plaats van door rationele verwachtingen. Het idee dat algemene, menselijkerwijs 'slimmere' AI op korte termijn komt, ziet hij niet als realistisch.
Wat betekent dit praktisch?
De uitkomst hangt af van twee cruciale zaken: of AI-toepassingen binnen bedrijven daadwerkelijk blijvende efficiency- en productiviteitswinst opleveren, en of marktverwachtingen voor inkomsten op termijn uitkomen. Een scherpe terugval van grote spelers kan brede markteffecten hebben vanwege onderlinge financiële blootstellingen. Tegelijkertijd kan een marktcorrectie ook ruimte scheppen voor duurzame waardecreatie door de meest robuuste technologieën en bedrijven.
Kort samengevat: er bestaat zowel een reëel risico op overwaardering en een pijnlijke correctie, als een plausibel scenario waarin AI op de lange termijn echte economische meerwaarde levert. Observaties die de komende kwartaalcijfers, adoptiecijfers bij bedrijven en de mate waarin investeringen tot echte productiviteitswinst leiden, zullen richtinggevend zijn.