Baggeraars Boskalis en Van Oord wéér in beeld met omkoping

vrijdag, 21 november 2025 (06:08) - Follow the Money

In dit artikel:

Boskalis en Van Oord worden in Roemenië onderzocht door de anticorruptiedienst DNA na undercoveropnamen waarin medewerkers van beide baggerbedrijven smeergeld aanbieden om een bagger- en herstelproject in de haven van Constanța (Zwarte Zee) binnen te halen. Het onderzoek speelt zich af in 2024; de klus zelf heeft een waarde van ongeveer 90 miljoen euro en wordt gedeeltelijk door de Roemeense staat en de EU gefinancierd, omdat Constanța sinds de Russische invasie van Oekraïne een belangrijk knooppunt voor olie- en graanhandel is geworden.

In de opnames, die onderdeel zijn van het dossier dat Follow the Money heeft ingezien, zou Boskalis hebben voorgesteld 2 miljoen euro te betalen en Van Oord circa 1 miljoen euro. Bij Boskalis blijkt uit gesprekken dat Cretu Catalin, een lokale manager, met een terminaleigenaar besprak hoe die invloed kon uitoefenen om de opdracht naar Boskalis te krijgen. Catalin noemde een verdeling van betalingen: ongeveer 1 miljoen via een dieselinkoopcontract en 1 miljoen via verrekeningen met onderaannemers. Hij hield zich deels op de vlakte: “Als je een specifiek bedrag wilt horen, moet ik met mijn baas praten.” Kort daarna regelde hij een ontmoeting tussen de Boskalis-regiodirecteur Mattijs Siebinga, de terminaleigenaar en de havendirecteur; Siebinga wordt door DNA niet als verdachte aangemerkt.

Bij Van Oord ging de Roemeense contractsmanager Marius Stamat volgens de opnames in een winkelcentrum in Boekarest in gesprek met Eugen Bogatu, een invloedrijke figuur uit de haven van Constanța. Stamat zou hebben gezegd dat het gebruikelijk is om bij vergelijkbare opdrachten 0,5–1 procent van de contractwaarde te reserveren voor omkoping, bestemd voor ambtenaren binnen het havenbedrijf. Contante uitbetalingen waren volgens hem geen optie vanwege strenge controles in Nederland.

DNA heeft Boskalis en manager Cretu Catalin formeel als verdachten aangemerkt; bij Van Oord betreft de verdenking vooralsnog alleen Marius Stamat. Nederlandse opsporingsinstanties (FIOD en OM) doen geen mededelingen over een mogelijk nader onderzoek, maar de zaak kan ook in Nederland vervolg krijgen. Beide bedrijven zeggen op de hoogte te zijn van het onderzoek en willen inhoudelijk niet reageren.

De zaak valt in een bredere context van meerdere recente schandalen binnen de Nederlandse maritieme sector: Van Oord wordt al onderzocht voor mogelijke omkoping in Kazachstan en vermeende betalingen aan Gazprom-functies, en Damen Shipyards ligt in Roemenië en elders onder vuur wegens financiële onregelmatigheden. De Roemeense DNA werkte undercover en trad op nadat lokale handlangers en ambtenaren mogelijk gunsten ontvingen in ruil voor cash en luxe parfums; de opnamen tonen hoe externe partijen, terminaleigenaren en lokale managers samentraden om invloed op aanbestedingen uit te oefenen.