Australië en Papoea-Nieuw-Guinea sluiten historisch defensieverdrag
In dit artikel:
Australië en Papoea-Nieuw-Guinea hebben een wederzijds defensieverdrag ondertekend, het zogenoemde Pukpuk-verdrag, dat doet denken aan Artikel 5 van de NAVO: als één van de twee landen wordt aangevallen, is de ander verplicht bijstand te verlenen. Als onderdeel van de overeenkomst krijgt het Australische leger toegang tot militaire bases in Papoea‑Nieuw‑Guinea; daarnaast zullen 10.000 Papoea‑Nieuw‑Guineërs in het Australische leger kunnen dienen.
Het pact is uniek tussen beide landen en breekt met Australiës eerdere praktijk, waarin alleen het ANZUS‑verdrag (met Nieuw‑Zeeland en de VS) vergelijkbare veiligheidsafspraken omvatte. De leiders Antony Albanese en James Marape noemen het een ongekende mate van integratie tussen de strijdkrachten.
Geografisch is de afspraak logisch: Papua‑Nieuw‑Guinea beslaat het oostelijke deel van het eiland Nieuw‑Guinea en ligt op sommige plaatsen minder dan vier kilometer van Australië; sinds de onafhankelijkheid in 1975 onderhouden beide landen nauwe betrekkingen. Politiek moet PNG met dit pact balanceren tussen veiligheidsbindingen met Australië en economische samenwerking met China.
De overeenkomst past in een bredere regionale dynamiek: Australië heeft sinds 2022 zijn engagement in de Stille Oceaan opgevoerd nadat China een veiligheidsakkoord sloot met de Salomonseilanden, en ook de VS zoekt nauwere militaire banden met PNG. Naast Australië en Nieuw‑Zeeland hebben in de regio alleen Papoea‑Nieuw‑Guinea, Fiji en Tonga legers; Australië voert daarnaast gesprekken over een defensiepact met Fiji, terwijl China actief streeft naar veiligheidsakkoorden met meerdere eilandstaten.