Niet langer wegkijken van gevaar radicale islam

In dit artikel:

In 2022 overleefde de schrijver Salman Rushdie een brute aanslag waarbij hij met tien messteken in hoofd en lichaam werd neergestoken door de 27-jarige Hadi Matar. De Amerikaans-Iraanse Matar, die sympathiseerde met radicale islamitische ideologieën en de Iraanse ayatollah Khomeini die in 1989 een fatwa tegen Rushdie uitsprak, is recent in New York veroordeeld tot 25 jaar gevangenisstraf. Rushdie verloor door de aanval een oog en raakte deels verlamd, maar overleefde dankzij snel medisch ingrijpen. De aanslag was het gevolg van jarenlange dreigingen tegen Rushdie vanwege zijn boek "De duivelsverzen", dat werd gezien als godslasterlijk door islamitische extremisten. Ondanks deze veroordeling blijft het grotere probleem van radicale islam en het geweld dat hieruit voortkomt onderbelicht en wordt het deels genegeerd of geminimaliseerd in westerse media.

Tegelijkertijd ontstond controverse in België doordat de radicale imam Mohamed Toujgani, ondanks eerdere uitwijzing wegens extremisme en spionage, onlangs door het Hof van Cassatie alsnog de Belgische nationaliteit kreeg toegekend. Toujgani, actief in een grote moskee in Molenbeek en bekend om antisemitische uitlatingen, werd door Staatsveiligheid als ‘conservatief met radicale contacten’ bestempeld. Het gebrek aan voldoende concreet bewijs leidde er echter toe dat dit besluit werd teruggedraaid, wat fundamentele vragen oproept over het migratie- en nationaliteitsbeleid in Europa. De zaak onderstreept het spanningsveld tussen veiligheid, integratie en de bescherming van westerse waarden zoals vrijheid, gelijkheid en rechtsstaat. De auteur waarschuwt dat het naïef is parallelle samenlevingen toe te staan waarin deze waarden worden verworpen, en pleit voor strengere toetsing bij het verlenen van burgerschap en heldere confrontatie met radicale ideeën, in plaats van deze te negeren of te bagatelliseren.