Asielinstroom vooral door minder Syriërs gedaald, prognoses bijgesteld
In dit artikel:
Het kabinet heeft de verwachte instroom van asielzoekers voor dit jaar en 2026 naar beneden bijgesteld, melden asielministers Joba van den Berg‑Van Weel (VVD) en Carola Schouten‑Keijzer (BBB) aan de Kamer. De daling deed zich vooral in de eerste maanden van het jaar voor en hangt samen met een sterke terugloop van verzoeken van Syrische vluchtelingen sinds het regime van Bashar al‑Assad op 8 december viel; minder Syriërs verlaten het land en sommige terugkeren. Het nieuwe vooruitzicht voor 2025 is nu ongeveer 40.000–55.300 asielzoekers (eerder 52.000–74.800). Voor 2026 is de prognose bijgesteld naar circa 39.000–67.100 (was 45.200–78.900). Het CBS signaleerde al in het eerste kwartaal een vergelijkbare daling, in lijn met een bredere Europese trend.
Ondanks de lagere aantallen blijft de migratieketen onder aanzienlijke druk, aldus de ministers. Het kabinet en de Tweede Kamer dringen daarom aan op strengere regels: verkorting van verblijfsvergunningen van vijf naar drie jaar, periodieke herbeoordeling van tijdelijke vergunningen en aangescherpte voorwaarden voor gezinshereniging. Het voorgestelde tweestatusstelsel maakt onderscheid tussen politieke of religieuze vervolging en vluchtelingen van oorlogs- of geweldssituaties; de laatste groep krijgt snellere terugkeerplicht en minder rechten. Daarnaast treedt volgend jaar het Europese migratiepact in werking, wat gevolgen kan hebben voor het Nederlandse asielbeleid.