Aruba sluit raffinaderij, Nederland betaalt de rekening: 53 miljoen voor zon en wind
In dit artikel:
Premier Dick Schoof prees tijdens een bezoek aan Aruba de beslissing van de lokale regering onder leiding van Mike Eman om de olieraffinaderij op het eiland te sluiten. Tegelijk kondigde hij aan dat Nederland 53 miljoen euro beschikbaar stelt om het Arubaanse elektriciteitsnet te versterken, zodat meer zonne- en windenergie kan worden aangesloten.
De auteur van het stuk reageert kritisch: de sluiting van een winstgevende olie- en raffinagesector zou een zware klap zijn voor de Arubaanse economie. De raffinaderij en bijbehorende activiteiten leverden volgens de kritiek banen, belastinginkomsten en infrastructuur; het stoppen daarvan zou die laatste grote pijler wegnemen en de eilandstaat economisch kwetsbaarder maken. Tegelijk komt de rekening volgens de schrijver bij de Nederlandse belastingbetaler terecht: Den Haag betaalt tientallen miljoenen om het eiland “groener” te maken.
Er wordt in het artikel twijfel uitgesproken over de praktische haalbaarheid en kosteneffectiviteit van die energietransitie op een klein eiland. Zonnepanelen en windturbines hebben variabele opbrengst, zijn gevoelig voor lokale weersomstandigheden en zoutcorrosie, en vereisen vaak geïmporteerde onderdelen en gespecialiseerde onderhoudsploegen. Die afhankelijkheid en de hoge importkosten kunnen de exploitatie duur en complex maken, waardoor subsidie en hulp uit Nederland nodig blijven.
Schoof sprak ook over toegenomen spanningen in het Caribisch gebied en benadrukte dat Nederland niet betrokken is bij Amerikaanse militaire acties, maar de auteur betoogt dat de regio juist geopolitiek kwetsbaar is door kwesties rond Venezuela, migratie en een grotere Amerikaanse aanwezigheid. Volgens het stuk lijkt de Nederlandse aanpak meer gedreven door klimaatoverwegingen en Europese beleidslijnen dan door oog voor de korte- en middellangetermijnstabiliteit en economische weerbaarheid van Aruba.
Samengevat: het artikel stelt dat de raffinaderijsluiting onder applaus uit Den Haag gepresenteerd wordt als vooruitgang, maar dat dit in de praktijk de afhankelijkheid van Aruba van Nederland kan vergroten, banen en inkomsten kan kosten, en dat de kosten van de transitie grotendeels bij Nederlandse belastingbetalers neerslaan.