Artsen met een beroepsverbod kunnen in het buitenland gewoon weer aan de bak - zelfs na ernstig wangedrag
In dit artikel:
Een internationaal onderzoek, waaraan Follow the Money meewerkte, toont dat tientallen artsen met een beroepsverbod toch zonder belemmering over de grens blijven werken. Door lijsten met tucht- en strafmaatregelen te vergelijken met registraties van artsen en door praktijken telefonisch of online te benaderen, ontdekte het project ‘Bad Practice’ dat meer dan honderd dokters formeel een beroepsverbod of zware sanctie hebben in één of meer landen, en dat minstens vijftig daarvan momenteel nog actief zijn—meestal in andere Europese landen, maar ook in landen buiten Europa zoals India, de VAE en Libanon.
Concreet vallen meerdere schrijnende gevallen op. In oktober 2019 onderzocht de 18-jarige patiënte in Zürich arts Bernhard Scheja; dat onderzoek bleek seksueel misbruik en leidde tot veroordeling, een voorwaardelijke gevangenisstraf en een levenslang beroepsverbod. Scheja vertrok daarna naar Duitsland, waar hij als internist in Düsseldorf ging werken. De Duitse autoriteiten waren aanvankelijk niet op de hoogte van zijn veroordeling; na publicatie startten ze een onderzoek. Een ander voorbeeld is de Roemeense Iuliu Stan, die na vermoedens van seksueel grensoverschrijdend gedrag in Cornwall werd berecht en een permanent Britse beroepsverbod kreeg, maar vervolgens zonder juridische belemmering weer als arts aan de slag kon in Cluj‑Napoca, Roemenië. KNO-arts Ajit Pothen, betrokken bij medische fouten en schorsing in Nederland, kreeg in 2021 een permanent verbod in Engeland en verloor later zijn registratie in Nederland, maar werkt sindsdien in Duitsland.
De verklaring voor deze kruisbestuiving van ongeschikte artsen ligt deels in lacunes in het Europese waarschuwingssysteem. Sinds 2016 zijn EU-landen, plus Noorwegen, IJsland en Liechtenstein, verplicht elkaar te informeren over zware tuchtmaatregelen via het Informatiesysteem Interne Markt (IMI). In de praktijk wordt dat systeem echter slecht benut: meerdere lidstaten sturen nauwelijks of geen meldingen, landen raadplegen het platform niet structureel en er is onduidelijkheid over wanneer gemeld moet worden. Een rapport van oud-minister Stef Blok voor de Europese Rekenkamer wees al op dergelijke zwaktes en de Europese Commissie erkent dat er verbeteringen nodig zijn, maar stelt dat de uitvoering bij de lidstaten blijft.
Ook nationale controles bieden geen volledige oplossing. In Nederland vraagt het CIBG om verklaringen van goed gedrag bij buitenlandse aanvragers, maar registratiecontroles vinden maar eens per vijf jaar plaats; overtredingen tussen die momenten kunnen dus onopgemerkt blijven. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd geeft aan dat door deze openingen gesanctioneerde artsen mogelijk tóch in Nederland zouden kunnen werken.
De uitkomst is zorgelijk voor patiëntveiligheid: slachtoffers blijven met trauma’s en families met vragen achter, zoals het gezin van Denise Barnes dat haar dood toeschrijft aan een verkeerde afweging van een arts die later werd geschorst. Deskundigen noemen de aantallen ontluisterend en benadrukken dat beroepsverboden meestal het gevolg zijn van ernstige of herhaalde misdragingen, niet van incidentele fouten.
Samenvattend: vrij verkeer van zorgprofessionals gecombineerd met gefragmenteerde toezichtsystemen maakt het mogelijk dat artsen met ernstige tuchtsancties elders doorwerken. Verbeteringen die vaker genoemd worden, zijn verplicht en beter gebruik van het Europese meldsysteem, snellere en frequentere registratiecontroles, en meer transparantie tussen nationale toezichthouders om patiënten beter te beschermen.