Arbeiders moeten in vakbond FNV de macht hebben
In dit artikel:
Het Ledenparlement van FNV heeft eigen, uitgewerkte alternatieven goedgekeurd waarmee het naar eigen zeggen de problemen binnen de bond kan oplossen zonder de interne democratie te ondermijnen. Centrale eisen zijn dat het bestuur, de Bondsraad (nieuwe naam voor het ledenparlement) en de voorzitter door leden gekozen moeten worden. Volgens het Ledenparlement zullen die voorstellen de ledeninvloed versterken, de sectoren versterken en de relatie tussen gekozen vertegenwoordigers en de werkorganisatie in balans brengen.
Op 8 december is er een algemene vergadering gepland waarbij het Ledenparlement vijf onbezoldigde vertegenwoordigers zal sturen, aangevuld door vijf sectorvertegenwoordigers (totaal 10 onbezoldigden). Dat staat tegenover 14 betaalde vertegenwoordigers: twee namens FNV Personeel, twee van de ondernemingsraad, twee van directie/MT, vijf van het interim-bestuur en drie van de Raad van Toezicht. Het Ledenparlement zal proberen een compromis te vinden waarin vakbondsdemocratie en ledendemocratie de leidraad blijven; principe gaat voor vorm, zo luidt de strekking.
Als de Ondernemingskamer op 17 december 2025 de plannen van Asscher zou goedkeuren en de voorstellen van het Ledenparlement zou negeren, is het Ledenparlement bereid in cassatie te gaan en, als uiterste middel, tot Europees niveau te procederen. Deze route is niet de voorkeur maar is formeel afgedekt in een motie. De algemeen secretaris van FNV heeft het Ledenparlement echter publiekelijk afgeraden om te casseren; zijn toespraak — zonder applaus en door sommige leden ervaren als chantage of intimidatie — vergrootte de onrust, vooral omdat hij het interim-bestuur vertegenwoordigt dat Asscher en Heerts steunt.
Het Ledenparlement beschuldigt Asscher ervan verdeeldheid te zaaien tussen sectoren en het ledenparlement om tegenmacht te verzwakken en zijn hervormingsplannen door te drukken. Volgens hen presenteren zijn voorstellen de sectoren als beter af met centralisatie, terwijl die in de praktijk zouden worden teruggebracht tot een louter adviserende rol zonder beslissingskracht.
De interne strijd wordt in het artikel breed ingebed in een bredere politieke en historische kritiek: de auteur wijst op structurele ongelijkheid tussen werkende meerderheid en kapitaalbezitters, en ziet verdeel-en-heers als een eeuwenoude methode om solidariteit te ondermijnen. Neoliberale beleidslijnen (bezuinigingen, deregulering, privatisering) hebben volgens de tekst bijgedragen aan verzwakking van sociale instituties en het ontstaan van een verstikkende bureaucratie binnen organisaties zoals FNV. Lessen uit het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en de analyses van Hannah Arendt dienen als waarschuwing: machtsconcentratie en ideologische erosie leiden tot verlies van binding met achterban en tot bureaucratisch verval.
De conclusie van het Ledenparlement is dat de vakbeweging decentrale, van onderop georganiseerde structuren nodig heeft; gecentraliseerde, bestuurlijk georiënteerde modellen — die zij aan Asscher toeschrijven — ondermijnen die missie. Het Ledenparlement stelt zich daarmee vijandig op tegen plannen die het als marginaliserend en neoliberaal beschouwt en is bereid juridische stappen te ondernemen om ledendemocratie te beschermen.